De opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) wordt alom gezien als de nieuwe Industriële revolutie. De verwachting is dat AI een enorme invloed zal hebben op de toekomstige manier van werken en dus ook op de banenmarkt. Maar, betekent dit dat AI het beroep van fiscalist overbodig zal maken? Als we afgaan op de informatie op internet dan is het inderdaad een van de eerste beroepen die in de toekomst zullen gaan verdwijnen. Dat lijkt logisch want het juridische syllogisme, waarbij een als-dan rechtsregel wordt toegepast op een verzameling van rechtsfeiten, lijkt immers sprekend op de klassieke vorm van programmeren (If This, Then That).[1] Hiermee hoeft niet eens het terrein van AI te worden betreden. Verder is de hoeveelheid fiscale wet- en regelgeving, besluiten, jurisprudentie en literatuur zo groot dat een computer daarin veel sneller kan zoeken dan een mens. Denk maar eens aan simpele zoeksystemen zoals Kluwer Navigator dat met een paar zoektermen binnen een fractie van een seconde de meest relevante bronnen vindt. Echter, met de inzet van AI kan nog veel slimmer en sneller gezocht worden dan met de huidige zoeksystemen. Wat blijft er voor een fiscalist dan nog over, als een computer veel beter en sneller alle antwoorden kan geven op moeilijke fiscale vraagstukken?
AI en ook de komst van ChatGPT (open AI) en Bing zullen fiscalisten naar mijn mening niet bedreigen in hun bestaansrecht. Ik denk dat AI de fiscalist van de toekomst vooral zal kunnen ondersteunen bij bepaalde taken. Hierdoor zal hij of zij veel minder tijd kwijt zijn met activiteiten zoals: aangiftes en aanslagen controleren of verschillende taxplanning strategieën in kaart brengen. AI kan namelijk goed ingezet worden voor repeterende taken. Bovendien is het mogelijk om door middel van AI veel gegevens te verwerken en te analyseren waardoor (nieuwe) patronen ontdekt kunnen worden. Dit kan vervolgens leiden tot allerlei nieuwe inzichten. Ik denk wel dat andere kennis en vaardigheden belangrijker zullen worden. Decennialang is veel waarde gehecht aan het goed kunnen analyseren van jurisprudentie en wet- en regelgeving. Bovendien werd een fiscalist in het verleden als een echte ‘vakman’ gezien als die kon putten uit een enorme kennis van het belastingrecht en dan bij voorkeur: parate kennis. Dit zal minder relevant worden. In die zin kan een vergelijking worden gemaakt met hoofdrekenen. Het is belangrijk dat een fiscalist rekenkundig inzicht heeft, maar voor de uitvoering van het rekenwerk kan gewoon een rekenmachine worden gebruikt.
De fiscale vaktechnische kennis en vaardigheden die veel belangrijker zullen gaan worden in de toekomst zijn de onderwerpen die vooral aan de orde komen bij het vak Methodologie van het belastingrecht. Dat zijn onderwerpen als: ethiek, rechtsvinding, compliance, procedurele rechtvaardigheid en rechtsbeginselen. Bepaalde onderwerpen die in het formele belastingrecht aan de orde komen zoals termijnen, hoogte van boeten of voorwaarden voor navordering zullen in de fiscale praktijk een minder prominente rol gaan spelen. De aandacht zal meer verschuiven naar de onderliggende thema’s van dat vak zoals: rechtsbescherming, rechtvaardigheid en rechtshandhaving. Voor de fiscalist van de toekomst is het dus van belang dat die verder kan denken dan de regels en inzicht heeft in het recht. Hij of zij moet in staat zijn om als het ware ‘door’ een casus te kijken, waarbij vragen gesteld worden als: wat gebeurt hier nu werkelijk, wat vind ik hiervan en is het moreel gezien acceptabel? Een fiscalist die louter de regels taalkundig kan interpreteren zal daardoor nog maar weinig toegevoegde waarde kunnen bieden ten opzichte van een computer(systeem). Daar komt bij dat rechtsbeginselen sowieso een grotere rol gaan spelen in het belastingrecht doordat wet- en regelgeving vaker tekort gaan schieten en frequenter zullen leiden tot onacceptabele uitkomsten.[2]
Verder zal een fiscalist enig begrip moeten hebben van AI. Aangezien AI vaker wordt ingezet is het van belang om te zien waar de beperkingen van een dergelijk systeem zitten. Volgens Hein zijn dit: de taal, het risico van bias en de uitlegbaarheid van de uitkomst die verkregen is door middel van AI.[3] Doordat een computer geen natuurlijke taalgebruiker is, is de formulering van de vraagstelling onvermijdelijk van invloed op de uitkomst. Verschillen in formuleringen die voor een mens geen probleem vormen kunnen door een computer gemakkelijk anders of verkeerd worden geïnterpreteerd. Bovendien is een computer ongevoelig voor ironie, en vormen het onderscheid tussen feiten, argumenten, meningen, voorbeelden, stellingen, aannames maar ook idioom en bepaalde grammatica vaak een obstakel voor AI.[4] De “niet onwaarschijnlijke mogelijkheid” om te toetsen of sprake is van een nieuw feit is dus niet alleen voor studenten een moeilijk te doorgronden formulering. Het risico op bias kan zich in verschillende vormen voordoen.[5] De meest bekende is die van vervuilde data die vervuilde uitkomsten opleveren (want garbage in, is garbage out).[6] De mate van uitlegbaarheid van AI zal in de toekomst verduidelijkt moeten worden. De meest geavanceerde vorm van AI (deep learning), is door een expert wel uit te leggen maar door de complexiteit van het systeem dat erachter zit, wordt veelal gesproken van een black box. De vraag is dus tot op welk niveau die uitlegbaarheid moet plaatsvinden? Aangezien zelfs degenen die het algoritme hebben ontworpen, de uitkomsten ook niet meer intuïtief kunnen uitleggen.[7] Tijdens het vak Introductie Fiscale Technologie leren we dat AI nog veel meer beperkingen heeft en dat er juridische grenzen zijn aan het gebruik van AI.
AI zal naar mijn mening voorlopig nog geen bedreiging vormen voor fiscalisten. De bedoeling was om deze column helemaal door AI te laten schrijven en dit dan in de laatste zin kenbaar te maken. Dat leek me een ludieke actie. Hoewel de prestaties van ChatGPT indrukwekkend zijn, bleef de inhoud van het betoog echter veel te algemeen en oppervlakkig en zelfs niet bruikbaar voor een luchtige column. Uiteraard kan het aan mijn vraagstelling hebben gelegen, maar het heeft me vele pogingen gekost en geen enkele poging leverde het gewenste resultaat op. Korte algemene stukken tekst, boekbesprekingen en vertalingen kunnen prima door ChatGPT of Bing worden uitgevoerd, maar voor de fiscale praktijk en de wetenschap is het systeem naar mijn mening nog ongeschikt. Misschien dat een dergelijk systeem op termijn een geschikt bezwaarschrift kan schrijven, maar op dit moment voldoet dat nog niet aan het niveau zoals verwacht wordt van een fiscalist. Kortom, hoe interessant deze nieuwe ontwikkelingen ook zijn, het zal nog wel even duren voordat fiscalisten vervangen zullen worden door AI.
[1] J. Wolswinkel, Willekeur of algoritme? Laveren tussen analoog en digitaal bestuursrecht, oratie uitgesproken d.d. 17 januari 2020, Tilburg University, p. 21. Beschikbaar via: .
[2] M.B.A. van Hout, Algemene beginselen van een binair bestuur, Den Haag: Sdu 2019, p. 8 en 15.
[3] R. Hein, Mogelijkheden en beperkingen van een kunstmatig IQ, in: A. Bomer e.a. Belastingrecht en technologie, (Fiscale Monografieën nr. 176), Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 57-61.
[4] Ibid.
[5] R. Hein, Kunstmatige intelligentie in de fiscaliteit: de computer als belastingadviseur? WFR 2020/141.
[6] M.B.A. van Hout, Datamining, in A. Bomer e.a. Belastingrecht en technologie, (Fiscale Monografieën nr. 176), Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 156-159.
[7] Supra noot 2, p. 26.