Tussen hoedjes en heffingen: Prinsjesdag in een notendop

Gepubliceerd op: 26/09/2025

Terwijl Nederland op Prinsjesdag vol bewondering naar de Gouden Koets en een parade van hoedjes kijkt, zitten fiscalisten met smacht te wachten op een heel ander spektakel: het Belastingplan. Geen gouden koets of exuberante hoedjes, maar tariefschijven, heffingskortingen en de vele gevolgen daarvan. Want waar het publiek kijkt naar de modekeuzes van Kamerleden, vragen wij ons vooral af: wat verandert er dit jaar voor ondernemingen, voor vermogende particulieren, en wat zijn de veranderingen in de indirecte belastingen?

Prinsjesdag betekent doorgaans het begin van het fiscale hoogseizoen — het moment waarop belastingadviseurs en beleidsmakers zich tegelijk buigen over tientallen pagina’s vol “vereenvoudigingen” die de fiscaliteit zelden eenvoudiger maken. We zetten de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij. Geen modeshow, maar wel een catwalk aan nieuwe regels waar we allemaal weer even aan moeten wennen.

 

De inkomstenbelasting

In de inkomstenbelasting zijn diverse kleine wijzigingen doorgevoerd. Zo daalt het tarief in de eerste schijf licht, terwijl het tarief in de tweede schijf juist iets stijgt. De zelfstandigenaftrek wordt meer dan gehalveerd, en de heffingskortingen gaan weliswaar omhoog, maar niet voldoende om de inflatie volledig te compenseren. Dit ter compensatie voor het gedeeltelijk terugdraaien van btw-verhogingen.

Wellicht wat minder belangrijk voor wij arme studenten; in box 3 daalt het heffingsvrije vermogen, terwijl het fictieve rendement op overige bezittingen stijgt. In box 2 wordt de grondslag verhoogd bij middellijk gehouden lucratieve belangen, waardoor de maximale effectieve belastingdruk toeneemt.

Al met al zorgen deze wijzigingen ervoor dat de verwachte koopkrachtstijging in 2026 enigszins wordt afgezwakt. De maatregelen hebben bovendien een herverdelend effect: lage inkomens profiteren relatief het meest, terwijl vermogenden en beleggers er doorgaans op achteruitgaan.

 

Indirecte belastingen

Het Belastingplan 2026 bevat flink wat wijzigingen op het gebied van indirecte belastingen. Sommige eerder aangekondigde maatregelen zijn teruggedraaid, andere gaan juist definitief door. Wat verandert er nu écht, en voor wie?

De vorig jaar aangekondigde verhoging van het verlaagde btw-tarief van 9% naar 21% voor cultuur, media en sport is alsnog geschrapt. Deze maatregel, die op veel maatschappelijke weerstand stuitte, verdween al bij de Voorjaarsnota van tafel. Goed nieuws dus voor theater- en sportliefhebbers.

Voor logies gaat de tariefverhoging van 9% naar 21% echter wél door. Een weekendje weg of hotelovernachting in eigen land wordt daarmee fors duurder. De kampeerders onder ons kunnen echter opgelucht ademhalen; de verhoging geldt niet voor zogeheten ‘kale kampeerplaatsen’, oftewel plekken waar men zelf de tent, caravan of camper neerzet. Ook bijbehorende faciliteiten zoals stroom, water en sanitair blijven onder het lage tarief vallen, zolang ze nauw samenhangen met het kamperen.

De tijdelijke accijnsverlaging op brandstof blijft voorlopig van kracht en ook de vermindering van de energiebelasting voor woningen en bedrijfspanden met een verblijfsfunctie wordt de komende jaren structureel verhoogd. Dat zorgt voor enige verlichting op de energierekening.

Op de luchthaven wordt er ook een verandering voorgesteld in de vorm van een gedifferentieerd vliegbelastingtarief. Kort gezegd: hoe verder je vliegt, hoe meer je betaalt. Het huidige vaste tarief zou vervangen moeten worden door drie schalen, met name voor middellange en lange afstanden een forse verhoging.

Tot slot wordt de overdrachtsbelasting voor woningen die niet bedoeld zijn voor eigen bewoning (zoals beleggingspanden en vakantiewoningen) verlaagd van 10,4% naar 8%. Daarmee wordt een eerdere verhoging deels teruggedraaid. Goed nieuws dus voor wie droomt van een tweede huis of heimelijk ambities heeft om pandjesmelker te worden.

 

Algemeen

Naast de voornoemde aanpassingen in de inkomstenbelasting en de indirecte belastingen bevat het Belastingplan 2026 uiteraard ook nog een reeks overige maatregelen. In de vennootschapsbelasting blijven de tarieven gelijk, maar er worden wel stappen gezet richting verdere implementatie van internationale minimumbelastingregels (Pillar Two).

Verder is er aandacht voor schenk- en erfbelasting. Zo wordt de aangiftetermijn voor de erfbelasting bij overlijden verlengd van 8 naar 20 maanden en wordt voorkomen dat vermogen via slimme trucjes ongelijk wordt verdeeld om belasting te besparen in de schenk- en erfbelasting. Ook de arbeidsmarkt krijgt een update in de vorm van een verduidelijking van arbeidsrelaties. Dit om het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen te verduidelijken en schijnzelfstandigheid te verminderen, wat vooral zzp’ers en opdrachtgevers raakt.

Tot slot zijn er maatregelen gericht op transparantie. Maatschappelijke organisaties zoals stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen moeten straks hun financiële cijfers openbaar maken. Zo bouwt het kabinet stap voor stap verder aan een belastingstelsel dat meer in lijn is met economische realiteit, internationale afspraken en maatschappelijke verwachtingen.

Hopelijk heeft u zo een duidelijk beeld kunnen krijgen van de grootste aanpassingen in het Belastingplan 2026 en de gevolgen die daaruit zullen voortvloeien, en kijkt u alweer met smacht uit naar de volgende editie van Prinsjesdag!