Verslag skireis 2025

Gepubliceerd op: 07/02/2025

Verslag skireis 2025

Dit jaar stond wederom de befaamde Smeetskring skireis op de planning. Na vorig jaar vertoefd te hebben in de krotten in La Plagne, waar de flessen rosé en de jägerbombs gretig aftrek vonden, vond men het een goed idee om deze ervaring nog een keer dunnetjes over te doen. De bestemming was er dit jaar niet zomaar een, een trip naar ‘Salou in de sneeuw’, ook wel Val Thorens genoemd, stond dit jaar op de planning. Op donderdag 30 januari zetten 28 Smeetskringers koers naar Stappegoor, om zich daar rond 19:00 bij de stofzuigers met bal te voegen, die zich al in de bus bevonden. 

Het werd al gauw duidelijk dat iedereen er heel veel zin in had. De pilsjes die zich bevonden in de minibar aan boord van de Val Tho-express, vlogen als warme broodjes over de spreekwoordelijke toonbank, om het dan nog maar niet te hebben over de versnaperingen die door de een of de ander zelf meegenomen waren. In de bus hoefde iedereen zich ook niet te vervelen, waar de een zich vermaakte met een pot voetbal die tijdens de busrit bezig was, verzeilden een aantal anderen in een zeven (!) uur durende kaartsessie. Na een stop in Luxemburg net na middernacht, gingen op steeds meer plekken de oogjes dicht en de snaveltjes toe, aangezien een paar uur slaap geen overbodige luxe was met de reis die in het verschiet lag. Toen de sneeuw om een uur of zeven werkelijk in zicht was, ontwaakte de een na werkelijk een paar uur slaap, terwijl de ander het moest doen met een horloge dat “geen slaapgegevens beschikbaar” aangaf. Dit mocht echter de pret niet drukken, want we moesten vlot door. Nadat de Totally-propper van dienst uit bed gebeld was en ons een kwartier later met een iets te schorre stem welkom heette in Val Thorens, werd de bagage gedropt en koers gezet richting de skiverhuur. Toen iedereen op z’n Frans, lees: met totaal geen haast, van ski’s voorzien werd, kon de piste direct opgezocht worden.  

Er lag meer dan voldoende sneeuw, wat betekent dat er naar hartenlust rondgegleden kon worden. Waar de echte sportieveling direct lastige pistes opzocht, lag de ander binnen de kortste keren te rollenbollen door de sneeuw op een groene piste. De sportievelingen buiten de piste vonden het tevens nodig om om elf uur voor het eerst op het terras te ploffen voor een overheerlijk witbiertje, want ‘wat hadden ze die verdiend’ na een halve afdaling. ’s Middags werd er door de rollebollers voor de vorm nog een lesje genomen en de piste vanaf La Folie Douce werd alvast verkend, want met het oog op de afdaling na de après-ski, was dat wel handig. Rond de klok van drie werd er door de meesten ook werkelijk koers gezet naar La Folie Douce, om daar gewapend met flaconnetjes (verstopt in handschoenen), de après-ski aan te vangen. De ontzettende camping-dj en exorbitante prijzen mochten de pret niet drukken, want men had wel een drankje verdiend. Na de nodige drankjes, dansjes en vermaak van een commissielid zonder shirt op een tafel, moest de terugtocht toch echt aanvaard worden. Op de blauwe piste die volgde, lag de ene na de andere ‘bambi on ice’ met zijn snuit in de sneeuw. Toen iedereen beneden was werden alle spullen opgehaald uit de ‘bagagerie’ en werd er koers gezet richting het hotel. Na een kilometer struinen met alle spullen, werd het doolhof genaamd ‘Les Temples du Soleil’ bereikt. De kamers waren op zijn zachst gezegd knus, maar wel redelijk schoon en derhalve toereikend voor de twee nachten die er gespendeerd zouden worden.  

Toen iedereen zich opgefrist had, was het hoog tijd voor een hapje eten. Er stonden burgers op het menu, waarbij de ene beter in de smaak viel dan de ander. Van de après-ski had het grootste deel na de middag bij La Folie Douce nog geen genoeg gekregen, dus moest er nog even een kroeg gezocht worden. Werkelijk het enige wat bij de kroeg die gevonden werd enigszins verraadde dat je in Frankrijk stond en niet gewoon in de Boeka, was de naam: ‘Le Monde’. Verder stuurde de dj ons werkelijk alle kanten van het muzikale spectrum op, van Frans Bauer tot grimmige techno en vanaf daar weer terug naar K3. Dit alles zonder enige vorm van overgangen. Als je vervolgens bij de bar stond en de barman vroeg om ‘deux bières s’il vous plaît’, kreeg je als reactie: ‘twee bier?’. Tot grote vreugde van iedereen bleek het bier vervolgens maar in een maat verkrijgbaar, namelijk een halve liter. Nadat er hier voldoende van achterover geslagen waren en een zekere oud-penningmeester zijn opvolger een stille hint gaf door een tros jägerbombs op de bar te toveren, keerde iedereen weer huiswaarts, er moest immers de volgende dag weer geskied worden. 

Wonder boven wonder stond iedereen op zaterdag redelijk op tijd weer op de piste. Hoewel de een iets fitter was dan de ander, deed de frisse alpenlucht iedereen bijzonder goed. Ook bij de mindere skiërs ging het steeds ietsje beter (lees: op de groene piste werd minder gevallen) en de ervaren skiërs vraten kilometers alsof het niets was. Zie hiervoor Strava, want als het niet op Strava staat is het niet gebeurd. Zo rond de klok van twaalf begonnen de meeste buikjes weer wat te knorren, dus werd er geluncht. Helaas kon niet iedereen zichzelf na de lunch weer op de ski’s of het snowboard hijsen, aangezien het snowboard van Wiebe pootjes bleek te hebben gekregen. Gelukkig was Wouter de moeilijkste niet, hij kwam binnen de kortste keren met een oplossing: “Wiebe, kom maar op mijn rug, dan ski ik je wel naar beneden.” Zo gezegd, zo gedaan, het beeldmateriaal daarvoor is hier te zien. Toen dit eenmaal achter de rug was, werden de kilometers tot een uurtje of drie gevreten, om vervolgens de après-ski weer in te duiken. Bij de befaamde 360 bar was het helaas zo ongeveer de enige dag van de winter waarin er geen stuiter te doen was, al smaakten de goud-gele rakkers en aperolletjes er niet minder om. Vervolgens ging iedereen terug naar de kamer om zich op te frissen, om te kleden en al de nodige drankspelletjes te spelen. Deze drankspelletjes vielen bij de een wat beter dan bij de ander, toen bleek dat meneer de praeses wat moeite had om tijdens het diner zijn luiken open te houden.  

Na een traditioneel Frans gerecht, wat bij de een wederom meer in de smaak viel dan bij de ander, lees: als je het verkeerde koos kreeg je schimmelkaas met een aardappel die amper gaar was. Toen het eten achter de kiezen was, was het nog even stilte voor de storm. Er werden al wat pilsjes en een enkele jägerbomb weggewerkt in wederom Le Monde, al liet het echte hoogtepunt nog even op zich wachten. De Koning van Keulen, tevens beheerder van de blauwe pas, was namelijk na twaalf uur jarig. De persoon in kwestie had van tevoren al aangekondigd “te gaan stunten” en dus klopte ons hart vol verwachting. Terwijl Zwaalinho in de tussentijd uitgebreid stond te zeveren met een HBO’er (en na uren lullen toch maar bedacht om het niet alleen bij praten te houden), begon het werkelijke gestunt van de penningmeester. Er werd eerst een overheerlijke jägerbomb op de bar getoverd voor iedereen, die voor de een iets meer een nekslag betekende dan voor de ander. Toen bleek als klap op de vuurpijl dat hij niet alleen de jägerbombs, maar de hele fles jägermeister (dit was goedkoper) had aangeschaft. Een centjesbewuste penningmeester dus, die er met de rest van deze fles voor zorgde dat bij degenen bij wie dat nog niet gebeurd was, de genadeklap alsnog toegediend werd. Bij de terugtocht verloor de een zijn contactlens, om vervolgens olijfolie met pizza naar binnen te werken. De ander bleek “een beetje in paniek” want hij had geen idee meer hoe hij bij het hotel moest komen. Wonder boven wonder lag iedereen uiteindelijk in zijn bed. Dit moest ook wel, want de kamers moesten de volgende dag om 10:00 uur leeg zijn. 

De gevolgen van de avond ervoor bleken bij de een wederom op te lossen met een lading frisse lucht, terwijl er bij de ander werkelijk geen redden meer aan was. Bij de voorzitter landde een anytimer prima, terwijl de vicevoorzitter, die de avond daarvoor nog zo bedrijvig was, wat meer moeite had met de verwerking ervan. Voor een zekere oud-voorzitter bleek het verwerken van drank echter geen sinecure. Laten we het erop houden dat dit zorgde voor wat extra stress met het opruimen van de kamer voor tien uur (gelukkig was er een stofzuiger) en dat het goed was, dat er niemand onder de stoeltjeslift liep waar LvL zich op dat moment in bevond. Het was voor de persoon in kwestie dan ook het einde van zijn avontuur op latten, hij gaf zich de rest van de dag over aan een plek op het terras. De rest pakte nog wat pistes mee, voordat het om drie uur toch echt tijd was om de latten aan de wilgen te hangen. Er werd wederom bij de 360 bar verzameld, de laatste aperolletjes en pilsjes werden genuttigd, alvorens het tijd was om gezamenlijk het laatste stukje piste af te dalen. De welbekende foto met Smeetskring vlag werd gemaakt en de ski’s werden naar de verhuur gebracht. Daarna was het alweer tijd voor het laatste avondmaal. In tegenstelling tot de specialiteiten van de avond daarvoor, vielen de pizza’s wel goed in de smaak. Nog een laatste witbiertje of toch inmiddels maar een cola en voor dat iedereen het wist zat de tijd in Val Tho er alweer op. Toen we de bus in gingen had de grote mond bij eigenlijk iedereen plaatsgemaakt voor kleine oogjes. Er werd genoten van de fantastische playlist van de buschauffeurs, maar al gauw gingen de oogjes dicht. Maandagochtend rond de klok van negen stonden we weer in Nederland. Wat bijslapen bleek geen overbodige luxe. Wat dan nog resteert is een bedankje voor de fantastische skireis aan het bestuur en de commissie, op naar een net zo mooie skireis in 2026!