De Prinsjesdag Special

Gepubliceerd op: 04/10/2024

Het Binnenhof bruist, de hoedjesparade straalt als nooit tevoren, en de fiscalisten wachten met geslepen messen op de belastingplannen. Kortom, Prinsjesdag! Prinsjesdag is één van de meest feestelijke en ceremoniële dagen in Nederland. Elk jaar op de derde dinsdag van september trekt de koning in de Gouden Koets door Den Haag om de Troonrede voor te lezen.

Prinsjesdag 2024 markeert de eerste begrotingspresentatie van het kabinet-Schoof. Veel van de aangekondigde maatregelen borduren voort op reeds bestaande plannen. Zo werden diverse aanpassingen in de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten al eerder aangekondigd door het demissionaire kabinet-Rutte IV, en zijn deze nu als wetsvoorstel gepresenteerd.

Een onderwerp waar met veel belangstelling naar wordt uitgekeken, is de nieuwe wetgeving voor box 3 die vanaf 2027 van kracht moet worden. Helaas is een wetsvoorstel hierover nog niet terug te vinden in de Prinsjesdagstukken. De Circulairecommissie bespreekt samen met Gerard Staats een aantal belangrijke ontwikkelingen en wat deze betekenen voor de toekomst. We kunnen moeilijk stilstaan bij alle plannen van het kabinet, daarom is er een selectie gemaakt van een aantal interessante ontwikkelingen, wij wensen u veel leesplezier!

Algemeen

Wat wil het nieuwe kabinet?

Hoewel de inleiding misschien suggereert dat liefhebbers van fiscale veranderingen dit jaar weinig nieuws te verwachten hebben, blijkt uit de Prinsjesdagstukken dat er opnieuw aan diverse fiscale knoppen wordt gedraaid. Als de plannen worden doorgevoerd, wordt een extra schijf in de inkomstenbelasting geïntroduceerd om de belastingdruk voor mensen met een middeninkomen te verlagen. Daarnaast wordt het tarief van de tweede schijf in box 2 verlaagd van 33% naar 31%.

Soms worden de regelingen zodanig aangepast dat er weinig van overblijft. Dat geldt voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting. Het kabinet stelt voor deze aftrek in het Belastingplan 2025 volledig te schrappen, terwijl de giftenaftrek in de inkomstenbelasting behouden blijft.

Een opvallend voorbeeld van de constante aanpassingen is de 30%-regeling. Na veel politieke en maatschappelijke discussie kondigt het kabinet aan de eerder voorgenomen versobering, die in het Belastingplan 2024 stond, terug te draaien. Per 1 januari 2027 wordt de maximale onbelaste vergoeding weer verhoogd naar 27%. Op het eerste oog lijkt het nieuwe kabinet de focus te leggen op: Het vestigingsklimaat, de ondernemer en mensen met een middelinkomen. Mooie voornemens, we zijn benieuwd of deze maatregelen hun vruchten zullen afwerpen.

Vennootschapsbelasting

Earningsstrippingmaatregel

Rentekosten kunnen normaal gesproken worden afgetrokken van de winst die belast wordt met vennootschapsbelasting, maar de wet bevat veel uitzonderingen op deze regel. Eén daarvan is de zogenaamde earningsstrippingmaatregel. Volgens deze maatregel is de negatieve som aan rente niet aftrekbaar als de totale betaalde rente hoger is dan € 1 miljoen of meer bedraagt dan 20% van de gecorrigeerde winst (dat is de fiscale brutobedrijfswinst).

Het kabinet wil dit percentage vanaf 2025 verhogen naar 25%, zodat Nederland beter aansluit bij het Europese gemiddelde. Daarnaast wordt voorgesteld om het drempelbedrag van € 1 miljoen voor bepaalde ‘vastgoedbedrijven’ te schrappen. Deze maatregel moet voorkomen dat vastgoedbedrijven hun organisatie opsplitsen in meerdere delen, zodat zij elk opnieuw gebruik maken van de € 1 miljoen drempel. Vooral bij de financiering van beleggingsvastgoed werd op deze manier misbruik gemaakt.

Een vastgoedbedrijf is een bedrijf waarvan de activa voor minimaal 70% uit onroerend goed bestaat, dat minstens de helft van het jaar wordt verhuurd aan derden. Verhuur voor korte periodes, bijvoorbeeld in de horeca of sportsector, valt hier niet onder. Ook appartementsrechten, rechten van opstal of erfpacht, vruchtgebruik op onroerend goed en economische eigendom van dergelijke rechten vallen binnen deze definitie.

Dit geldt dus ook voor de kleine verhuurder. Kan dit geen wrange gevolgen hebben? De Circulaire plaatst haar vraagtekens bij deze aanpassing. Nederland zat toch in een woningcrisis?

Box 3

Geen wetsvoorstel

De Hoge Raad heeft op 6 juni en 14 juni 2024 belangrijke uitspraken gedaan over de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3. Door deze uitspraken krijgen belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement dan het berekende forfaitaire rendement de kans om dit aan te tonen en zo in aanmerking te komen voor belastingvermindering. Dit betekent dat er een tegenbewijsregeling komt in box 3.

De Hoge Raad heeft regels en uitgangspunten opgesteld om te bepalen wat het echte rendement is. Hoewel deze regels veel duidelijkheid geven, dekken ze niet alle mogelijke situaties. Daarom werkt de staatssecretaris van Financiën aan een wetsvoorstel dat de belastingheffing in box 3 in lijn brengt met de uitspraken van de Hoge Raad. Het doel is om ervoor te zorgen dat het begrip "rendement" duidelijk en op dezelfde manier wordt toegepast voor alle belastingplichtigen en door de Belastingdienst. Dit zorgt voor rechtseenheid en voorkomt willekeur bij de uitvoering van de uitspraken.

In de nieuwe wetgeving komen de regels te staan voor het bepalen van het werkelijke rendement, ook voor de situaties waarover de Hoge Raad geen uitspraak heeft gedaan. De regels zullen zoveel mogelijk aansluiten bij het rendementsbegrip dat de wetgever oorspronkelijk voor ogen had bij het forfaitaire systeem in box 3.

Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd en zou dan per 1 juni 2025 in werking moeten treden.