Beste lezer, mij[1] is weer gevraagd om de Circulaire te voorzien van een ongezouten column. Een oproep waar ik, voor de derde keer, graag gehoor aan geef. Dit keer ligt mijn column in het verlengde van mijn eerste column van ons mooie verenigingsblad: De Groene Fiscalist. De column is geïnspireerd op de rubriek van de avondshow met Arjen Lubach getiteld: ‘En nou is het afgelopen’. En in deze column is het een keer afgelopen met die eindeloze stroom van nutteloze goodies, lelijke verenigingskleren, ontelbare doppers en stapels afgedankte wettenbundels. De veelvraatzucht van onze club mag in mijn ogen best wat minder.
Gaat u maar na, u zit in uw eerste jaar en u besluit om uzelf in te zetten voor de enige echte fiscalistenvereniging des vaderlands door een bezoek te brengen aan het Tax & Skills event. Nadat u helemaal bent murw geslagen door de standaardbedrijfspraatjes en daarnaast ook nog een workshop heeft moeten verduren, wordt u aan het eind van de dag rijkelijk beloond. En nee, niet alleen met bier en een diner, maar u krijgt een zorgvuldig samengestelde tas met de meest ondenkbare rommel. Een fitbit van het ene kantoor, een pen van de ander, een nauwelijks werkende draadloze oplader van weer een ander bedrijf, dat u hiermee denkt te paaien. En gepaaid bent u wellicht, althans, die eerste keer, op dat Tax en Skills event.
Want ja, zoals het een goede student fiscale economie of fiscaal recht betaamt, bezoekt u natuurlijk ook het congres. Oh… het congres, ook dat is weer de uitgelezen kans om u te voorzien met een tas vol liflafjes, maar dat is nog geen probleem. U kunt namelijk best nog wel een mapje met tabjes gebruiken, en ja ach, een extra pen is nooit verkeerd, ja die fitbit had je dan al, maar dan van een ander kantoor ‘’daar vind ik in een of andere lade nog wel een plekje voor’’ denkt u… o… de naïviteit. En weer met goed gevulde zakken vertrekt u naar huis, nu al likkebaardend naar het Sinterklaasfestijn dat de Bedrijvendag heet.
Want op deze vervroegde 5 december, waarbij doorgaans 17 sinterklazen aanwezig zijn, waant u zich als een kind in de snoepwinkel. Overal worden er chocoladerepen, doppers, pepermuntjes, tasjes, nog meer fitbits, markers, pennen, tabjes, collegeblokken, mokken, sokken, op afstand bestuurbare auto’s, waterkokers, statafels en weet ik wat allemaal voor een mieterse zooi door u strot gepropt. En dan bent u nog maar in uw eerste jaar, nog maar bij uw derde event. En kijk even wat u allemaal in ontvangst heeft mogen nemen.
En zo herhaalt u deze riedel jaar op jaar, event na event, kantoor na kantoor, tasje na tasje, goodiebag …. na goodiebag. Net zo lang tot uw vochtige en tochtige studentenkamer eruit ziet als een heuse vavela. Met een beetje geluk heeft u nog de schamele ruimte om te gaan liggen in een redelijk comfortabele houding op iets wat ooit zacht en ruim was: uw bed. Dit bed dat inmiddels verworden is tot rommelhoek net als de rest van uw studentenoptrekje. Nadat u wakker wordt en onder een deken van post-its uw armen strekt, stapt u uit bed en schreeuwt u het uit van de pijn: u staat op een Deloitte punaise… Uw tanden poetst u al niet meer met uw eigen tandenborstel, nee, u gebruikt natuurlijk de PwC tandenborstel, na het douchen droogt u uzelf af met een Bakertilly handdoek om vervolgens uw telefoon op te laden met de CROPlader, uw ontbijt te nuttigen van het enige echte Meijburg en Co bord en u aan te kleden in al die verfoeilijke Smeetskring kledij. Vervolgens pakt u uw Van Oers tas in en stouwt u deze vol met alle gadgets die wijd verspreid op uw vloer, in uw bed, onder de kast, tussen uw matras en langs uw bureau liggen met het idee: misschien komt het ooit ergens nog van pas vandaag. En als u dan op uw ABAB fiets springt en weg fietst naar de universiteit beseft u: heeft dit rupsje inmiddels niet genoeg gehad?
[1] Sammy Verpoort BSc, Werkstudent Transaction Tax Advisory bij EY, deze bijdrage is op persoonlijke titel geschreven.