Het werk van een criticus is simpel. We riskeren niet veel, maar genieten desondanks een positie boven zij die hun werk en zichzelf onderwerpen aan ons oordeel. We gedijen op negatieve kritiek, wat leuk is om te schrijven en te lezen. Echter, de bittere waarheid die wij critici onder ogen moeten zien, is dat, in het grote geheel der dingen, het gemiddelde stuk rommel waarschijnlijk meer betekenis kent dan onze kritiek die het als zodanig aanduid. Maar er zijn momenten waarop een criticus echt iets op het spel zet, en dat is bij het ontdekken en verdedigen van het nieuwe. Na het bezoek aan Huize Fiscaal waar wij als commissie de chef-kok er goed van langs hebben gegeven, dachten de dappere kasteelheren van het fameuze Huyze Kasteel, gelegen aan de Kasteel Lichtenbergstraat in het Westen van Tilburg, dat zij een bezoek van de Circulairecommissie wel zouden overleven, en voelde zich geroepen om ons dan ook voor het eerst uit te nodigen. Aangezien de kookkunsten en gastvrijheid van de kasteelheren nog niet eerder aan ons oordeel zijn onderworpen, gingen wij in onze onwetendheid gretig in op deze uitnodiging. Op maandag de 8ste van mei werden de poorten van Het Kasteel voor ons geopend. Met het bevredigende idee van een verwoestend artikel in het verschiet, betraden wij bij aanvang van de avond deze fiscale vesting. Helaas werd echter al snel wel duidelijk dat een schriftelijke aanslag op het imago van dit bescheiden studentenhuis onze geloofwaardigheid niet ten goede zou komen, waardoor het ondergaan van een heerlijke, zorgeloze avond de schrale troost zou bieden voor het feit dat onze strijdlustige pen aan de ketting zou worden vastgelegd.
Huyze Kasteel, een nederzetting in Tilburg-West, bewoond door vier Smeetkringiconen: gedroomd praeses Laurens Handels, voormalig penningmeester, tevens vroeg-gepensioneerde, Maarten Kruitbosch, voormalig secretaris en amateuratleet Stefan Milder en tot slot de huisfeut van het stel: Lucas van Laarhoven, onze o zo gewaardeerde praeses. Waar de poorten van het kasteel werd geopend door die laatste, was het duidelijk dat de eerstgenoemde als chef-kok van de avond de spotlight verdiende. Maar daarover zo dadelijk meer.
Bij betreding van dit studentenhuis wordt ieder direct omhelst door een levendige sfeer, een getuigenis van de sprankelende studentikoze energie van deze kasteelfiscalisten. De kleine woonkamer die het grootste gedeelte van de begane grond van dit toch pittoreske studentenhuis inneemt gonst van historie, van Tilburgse verhalen. Met oude filmposters aan de muur, een kleine (neppe) kerstboom in de hoek van de kamer op een rommelige tafel wiens aanwezigheid verder gaat dan enkel de Kerstperiode, een arsenaal aan bierdopjes verstopt achter de TV en het kasteelwapen fier prijkend boven de haard, wordt aan iedere (nieuwe) bezoeker gelijk duidelijk dat het hier om een klein maar bijzonder onderdeel van de rijke Tilburgse studentencultuur gaat. Dat de heren het grofweg de afgelopen tien jaar vol hebben weten te houden enkel en alleen Smeetskringers in huis te nemen – met oud-bewoners als voormalig penningmeester Luc Daniëls en oud-praeses Cyrill Coenen – draagt daar alleen maar aan bij. Het feit dat onze huidige Voorzitter zijn beperkte Plato-huis heeft vervangen voor deze plek, mag dan ook geen verrassing zijn (al is het op de eerste plaats uiteraard sowieso belachelijk dat een lid van onze prominente Vereniging zich in zijn woonomgeving vrijwillig laat omgeven door Platoleden).
Afijn, terug naar de avond zelf. Voorafgaand aan de maaltijd die ons de avond voorgeschoteld zou worden, werd een uitgebreide borrelplank (letterlijk) ter tafel gebracht, bedoeld om de zintuigen alvast op gang te brengen onder het genot van een nederige Merlot die zijn bescheiden prijskaartje in smaak overtrof. Met onze Penningmeester Rutger van Elk als gastrecensent in de gelederen (meneer had geen zin om voor zijn eigen huisgenoten te koken, en besloot daarom om voor het hazenpad te kiezen dat leidde naar de Kasteel Lichtenbergstraat 20), werd de gezelligheid er niet minder om. Dat diende dan toch als enige compensatie voor het feit dat vroeggepensioneerde, tevens opa zonder (klein-)kinderen Maarten Kruitbosch wegens zijn vakantie in Frankrijk – die hij ongetwijfeld heeft aangegrepen om even te ontkomen aan zijn drukke werkloze leventje (wat dat betreft is hij toch wel de opperkasteelheer) – niet aanwezig kon zijn bij de avond, wat de druk op de schouders van zijn medebewoners natuurlijk wel verzwaarde.
Na genoten te hebben van de borreltijd, werd het hoofdgerecht geserveerd door onze Laurens. Italiaanse Gnocchi stond op het menu, met rundergehakt van de slager welteverstaan – een behoorlijk contrast met de troosteloze kip die in Huize Fiscaal werd opgediend. Het is op zulke momenten dat je als criticus geconfronteerd wordt met je voorrecht om omwille van je machtspositie getuige te mogen zijn van culinaire parels te midden van het slagveld van de normaliter opgediende studentenmaaltijden. De Gnocchi, met zorg en toewijding vervaardigd, was een waar genot met de delicate balans van textuur en smaak. Het was duidelijk dat de kasteelheren met hun culinaire creatie en opgediende gastvrijheid erop uit waren om hun al stevige imago nog maar eens extra te onderbouwen. De wijn vloeide ondertussen rijkelijk, en bood boven de al geslaagde avond nog maar eens een herinnering dat ware voldoening niet altijd een hoge prijs hoeft te hebben – een welkome boodschap in deze studentenportemonneeslopende tijden. We zullen overigens het feit dat een kleine, maar onuitgenodigde groep vliegen besloot om mee te genieten van de opgediende maaltijd omwille van de goedbedoelde bewijsdrift van de heren verder maar niet bespreken – het is tussen de rommel door een heel schoon huis, aldus de heren zelf.
Naarmate de avond vorderde, werd overigens duidelijk dat wij als commissie niet zomaar uitgenodigd zijn. De tijden van verandering gaan ook aan dit huis niet voorbij; komende zomer zullen de twee oudste kasteelheren, Maarten en Stefan, hun stekkie verlaten om toe te geven aan het leven van een volwassene. Dat betekent dat de huidige bewoners – omwille van instandhouding van de traditie – op zoek moeten naar huiszoekende Smeetskringers, en laat de zo massaal gelezen Circulaire nou bij uitstek een instrument voor huisgenotenwerving zijn. Normaliter zouden wij als trotse en volledig onafhankelijke commissie ons niet laten lenen voor dit soort ongein, maar om onze nederlaag nog maar eens te vergroten, laat de aan ons bezorgde avond weinig andere keus dan te onderschrijven dat er voor de Smeetskringer weinig betere opties wat betreft woonlocaties zijn in Tilburg. Bij deze dan ook een open uitnodiging van de kasteelheren om een kans te maken om je aan te sluiten bij een bloeiende stamboom van gepassioneerde fiscalisten in spé. Voor hen die durven dromen, voor hen die verlangen naar het proeven van de buitengewone momenten van het leven, grijp deze kans om deel uit te maken van de erfenis van Huyze Kasteel. Wees niet bang om de kasteelheren Laurens en/of Lucas persoonlijk te benaderen, want de deur van dit verlengstuk van de Smeetskringkamer staat niet alleen voor de Circulairecommissie open, maar voor iedere Smeetskringer.
De Circulairecommissie bedankt de heren voor een onvergetelijke avond, en wenst hen veel succes bij de zoektocht naar nieuwe kasteelbewoners.
P.S., de beloofde vergoeding voor dit artikel kan contant afgeleverd worden bij een van de commissieleden, waarvoor alvast dank.