Na een geslaagde bedrijvendag in Nederland, werd het tijd om het buitenland weer eens op te zoeken: België wel te verstaan. Een reis naar Gent stond op het programma, in wat twee enerverende dagen beloofden te worden. Op donderdagochtend 16 maart, om 8 uur ’s ochtends, werden de deelnemers scherp en alert op station Tilburg verwacht. Hoewel de een nog wat meer moeite had dan de ander om wakker te worden, werd vol goede moed koers gezet naar onze zuiderburen.
De reis zou drie uur gaan duren, maar de tijd ging sneller voorbij dan gedacht. Niet alleen vanwege de leuke reisgenoten, maar ook door het entertainment aan boord dat door de bedrijvendagencommissie voor ons was geregeld. We spreken dan over de uiterst bevlogen conductrice met een charmant Frans accent die uit alle mensen in de coupé één jongedame had uitgekozen om te pesten vanwege de tas die zij op de stoel naast zich had gelegd. De discussie die driemaal volgde heeft mij in ieder geval smakelijk doen lachen om hoe sneu het was.
Eenmaal aangekomen in Gent stond er eerst een college op de universiteit op het programma. Dit college ging over, u raadt het al, de verschillen tussen het Nederlandse en het Belgische belastingsysteem. Er was, zo vermoeden wij, bij menig reisgenoot een gevoel van verbazing toen wij hoorden hoe het Belgische systeem in elkaar steekt. Zo is de regeling voor de eigen woning vrij lachwekkend. De professor vond het echter vrij normaal en wij denken dat hij het Belgische systeem zelfs beter vindt dan het onze. Maar ach, Belgen, hè? Gelukkig hadden de studenten een goede presentatie voorbereid en was de flamboyante professor heel bevlogen in het lesgeven en het voeren van discussies. Zo heeft iedereen toch nog veel opgestoken van het twee uur durende college. Na deze zitting begonnen er her en der wat maagjes te knorren. Tijd om te lunchen, dus.
Hoewel lunchen het hoofddoel was, was de twee uur vrije tijd voor menig deelnemer de uitgelezen kans om te genieten van een overheerlijk Belgisch speciaalbiertje. Waar de een koos voor een plekje in de lentezon op een (soms veel te duur) terras, was dit voor anderen dé kans om een bezoekje te brengen aan de ‘Dulle Griet’. Deze kroeg is welbekend voor een specifiek product op de drankenkaart: een glas van 1,2 liter speciaalbier. Voor eigen veiligheid kan men maar één van deze vazen bestellen per dag. Jammer, dachten sommigen, dan maar een schamele halve liter erna. Goed om hierbij op te merken, is overigens dat je tijdens het nuttigen van de 1,2 liter, wel even een schoen kwijt bent. Doordat de bijzondere glazen waarin deze geserveerd werden, te vaak werden gestolen, bedachten de eigenaren het idee om een schoen in te nemen als borg. Met andere woorden: glazen stelen prima, maar dan moet je wel verder door het leven op één schoen.
Goed, met enige versnaperingen achter de kiezen, werd koers gezet naar de volgende activiteit. Het was tijd voor een tocht met een rondvaartboot door de grachten van Gent. Verdeeld over twee boten waren de Smeetskringers klaar om de Gentse wateren te trotseren. Waar er op de ene boot aandachtig geluisterd werd naar het verhaal over de stad, was op de andere boot de karaoke meer in trek. Ik wist niet dat fiscalisten konden zingen, maar die Smeetskringers blijken toch meer te kunnen dan op het eerste gezicht lijkt. Overigens vonden wij het jammer dat er aan boord geen toilet was, want aan het einde van de rit kon iemand alvast het Wilhelmus neuriën: hij moest namelijk zeiken voor het vaderland.
Na de nodige pitstoppen en de boottocht met karaoke, kwam een van de andere vele kwaliteiten van de Smeetskringers weer aan bod, namelijk: bier drinken. Bij het idee van een bierproeverij denkt men natuurlijk aan het fijnproeven van enkele biertjes uit kleine proefglaasjes. Niets bleek echter minder waar, proefglaasjes kennen ze niet in België en een bak trekken was menig deelnemer niet vreemd. Door het onderhandelend vermogen van de commissie, werden de drie biertjes die we zouden krijgen er op magische wijze ook nog opeens zes. Nadat na drie stuks bleek dat het wel heel hard ging, werd dit aantal toch maar teruggeschroefd naar vier. Er moest per slot van rekening ook nog gegeten worden en de hele avond lag nog voor ons. Geintje, de barman vond ons veel te zat en wij denken dat papa-Stan samen met de andere commissie gewoon verantwoordelijkheid nam (na spoedoverleg in een donker hoekje van het café). Het was niet voor niets dat de barman net zo snel zijn verhaal deed als de professor uit de collegeopname die je op 2x snelheid zet vlak voor een tentamen. De keuze voor chippies van Croky vonden wij trouwens excellent. Douze points voor dit café.
Na een heerlijk driegangen-diner in een restaurant dat er sjieker uitzag dan het eten smaakte en waar er door de serveersters werd geklaagd dat wij te luid waren, werden de hotelkamers even opgezocht om op te frissen.
Scherp dat iedereen nog was, bleek het heel moeilijk om het derde bed op iedere drie-persoonskamer te vinden. Toen iedereen al bijna op z’n achterste poten bij de receptie stond, kwam men erachter dat het derde bed zich in de kast bevond. Goed zoeken, maar dan heb je ook wat, bleek. Amper bekomen van deze stress, meldde iedereen zich weer beneden om het Gentse nachtleven te gaan verkennen. Charlatan bleek de eindbestemming, een ietwat gure tent met net zo gure beukmuziek midden in het centrum van Gent. Terwijl er een aantal al vrij snel de rattentaxi namen, was er een minstens net zo grote groep vastberaden om het lang vol te houden. Toen diep in de nacht de laatste Smeetskringers plaatsmaakten voor Belgen met gure zonnebrillen, leek het voor iedereen tijd om te gaan slapen. Wederom bleek niets minder waar, terwijl de een tijdens een avontuur langs alle mogelijke hotelkamers zijn best deed om zo veel mogelijk van zijn spullen kwijt te raken, zat de ander nog Rummikub te spelen en te wachten op zijn pizza. Voor een review van deze pizza, kunt u bij onze praeses terecht. Goed, de praeses kreeg in ieder geval nog een pizza, dat geldt niet voor iedereen die op strooptocht was naar zo’n lekkere Italiaanse schijf. Enkele deelnemers waren in het holst van de nacht nog neergestreken bij het uiterst charmante eethuis Halab Al-Shabae (zie foto hieronder). Met de gevleugelde uitspraak “doe maar met kip, want lam zijn we al” werd er om twee pizza’s met kip gevraagd. Tot grote schrik van de hongerige Smeetskringers, kwam de kok vervolgens aan met twee dürum, waarin de kip nog droger was dan die in de pasta pesto van twee artikelen geleden. Met andere woorden, geen succes, wel een leuk avontuur.
Na een paar uur slaap werd er door iedereen ontbeten. De voorzitter van de commissie was streng geweest: “morgenochtend: 8:30 wekker, 9 uur ontbijt”. Hoewel niet iedereen om 9 uur fris en fruitig beneden stond, waren alle deelnemers wonderwel op tijd om naar het gemeentehuis te gaan. Hier werd een lezing gegeven door een gemeentelijke belastingambtenaar. Volgens deze ambtenaar waren we een ‘zeer aandachtig publiek’, wat gezien de staat van iedereen vrij opvallend te noemen was. Verder zie ik geen reden om hier al te veel woorden aan vuil te maken, behalve dat men blij was toen het na drie kwartier in plaats van anderhalf uur klaar was. Dit gaf iedereen nog een uur de tijd om te lunchen, een enkeling vond het zelfs nodig om nog even de “Dulle Griet” op te zoeken. Om half twee werd weer koers gezet naar Nederland. Toen iedereen bijna in slaap gesukkeld was, werden de deelnemers (en overige treinreizigers) nog een keer wakker geschud door de voorzitter van de commissie. Hij had de microfoon die toegang gaf tot de intercom bemachtigd, om op die manier de deelnemers van de externe dagen te bedanken. Het grootste dankwoord mag echter wat mij betreft uitgaan naar de commissie, die de deelnemers twee fantastische dagen bezorgd heeft!