Als je in het laatste jaar van je bachelor zit zal je er ondertussen waarschijnlijk al aan zijn begonnen: de bachelorthesis. Voor veel studenten is dit een heikel punt en een groot obstakel onderweg naar het behalen van hun felbegeerde diploma en de start van hun carrière in de fiscaliteit of anderszins. Uit de gesprekken die mijn vaak gestreste medestudenten in de wandelgangen en in de collegezalen met elkaar voeren kan ik opmaken dat de bachelorthesis veel spanning kan opleveren: de een weet niet waar hij het over moet doen, de ander weet niet hoe hij moet beginnen en weer een ander is bang voor de beoordeling. Deze stress is volkomen onnodig. Een voldoende cijfer voor de bachelorthesis is namelijk gemakkelijk te halen met de juiste mindset en methode. Hiervoor kun je het KISS-principe gebruiken, wat staat voor ‘Keep It Simple, Stupid’, maar ook de ‘Altijd Geslaagd Methode’, wat wordt uitgelegd aan het einde van dit artikel. Voor we aan deze uitleg beginnen, eerst nog een paar waterdichte, algemene tips:
- Begin op tijd
Dit is vast een van de meest veelvoorkomende tips maar het is zeker een van de belangrijkste. Begin op tijd met het uitwerken van je scriptie! In het begin van het jaar denk je dat die scriptie er vanzelf wel komt. Je volgt netjes de colleges en je bent een beetje aan het googelen naar onderwerpen. Uiteindelijk heb je een onderwerp gekozen, is je concept scriptie goedgekeurd en moet je het echt gaan uitwerken. Begin hier meteen mee! Het schrijven van je scriptie vergt erg veel (lees)tijd en zin om aan je scriptie te werken zul je waarschijnlijk nooit hebben. Voorkom dat je vlak voor de deadline nog veel moet doen en misschien wel vastloopt. Tijd is geld, maar tijd is in dit geval ook een beter cijfer ;)
- Literatuur en onderzoek
Erg belangrijk bij je scriptie is de literatuur. Op basis van de literatuur maak jij jouw scriptie. De literatuur bestaat niet uit berichten van Kassa of NOS maar uit wetenschappelijke bronnen. Het is al een hele klus om betrouwbare wetenschappelijke bronnen te vinden die toevallig ook nog eens over jouw onderzoeksvraag gaan. Pas daarom tussendoor eventueel je onderzoeksvraag een beetje aan naar de onderzoeken waar veel literatuur over is. Dit helpt je alleen maar meer met het onderbouwen van jouw scriptie en geeft jou meer opties om een discussie te voeren.
- Werk in de introductie al je hele onderzoek uit
De introductie is het eerste wat iemand leest van jouw scriptie. Hier moet je de aandacht van de lezer pakken en daarnaast ook de vormvereisten van de universiteit verwerken. Zorg daarom dat je de introductie helder houdt. De introductie laat immers de hele opbouw van jouw scriptie zien. Snap jij wat je gaat lezen in jouw scriptie als je jouw introductie hebt gelezen? Dan zit je goed!
- Extra vereisten
Negeer de vormvereisten die de universiteit/jouw begeleider stelt niet. Het is zonde om hier punten op te laten liggen, aangezien deze vormvereisten heel duidelijk in de boeken staan beschreven of op de dia’s van de presentaties die in de colleges naar voren zijn gekomen.
- Structuur
Houd structuur in je scriptie! Dit is niet alleen voor jezelf fijner om te weten hoe en wat je uit moet werken maar het leest ook een stuk fijner. Zo is je scriptie overzichtelijk en kan jij zelf ook makkelijk de knelpunten zien. Probeer daarom gebruik te maken van de Word-functie ‘stijlen’. En natuurlijk kan je dan ook automatisch je inhoudsopgave invoeren die altijd up-to-date is, een win-win situatie.
- Blijf continu bij je vraagstuk
Probeer echt naar jouw onderzoeksvraag toe te werken. Wijk niet te veel af! Dit kost je alleen maar meer woorden (die je al niet hebt) en het geeft jezelf minder overzicht.
- Maak aantekeningen
Als je literatuur aan het doorlezen bent, maak dan aantekeningen. Arceer belangrijke zinsdelen en print deze eventueel uit om later op terug te komen. Stel jezelf ook ondertussen vragen als je de literatuur aan het lezen bent, zo scan je ook meteen het artikel waar jij verder op in gaat.
- Houd je literatuurlijst bij
Dit spreekt van zich. Hou je literatuurlijst netjes bij. Het is niet fijn als je een bron hebt gebruikt en je die graag wil toevoegen aan de literatuurlijst, maar je kan die bron niet meer vinden. Dit is zonde, kost veel tijd en is absoluut geen leuk werkje.
- Zet je scriptie eventueel in google docs
Je kan je scriptie natuurlijk gewoon in Word maken en op je computer opslaan. Wat eventueel wel handig is, is je scriptie na elke grote verandering volledig in google docs te zetten (voor Apple-gebruikers heb je ook de Cloud). Mocht je laptop ooit uitvallen, dan ben je in ieder geval jouw scriptie niet verloren. Een kleine moeite die veel impact kan hebben.
- Vragen!
Wees niet te schichtig om vragen te stellen aan jouw begeleider. Inhoudelijk mag hij/zij niks over jouw scriptie zeggen maar formaliteiten mogen natuurlijk wel uitgelegd worden. Bij een beoordeling is het ook handig om te vragen waar jouw begeleider knelpunten ziet. Probeer in ieder geval zoveel mogelijk ‘review’ uit ze te halen ;)
- De ‘Altijd Geslaagd Methode’
Zijn deze tips nou niet genoeg? Gebruik de het KISS-principe, of de ‘Altijd Geslaagd Methode’. Let op: deze tips zijn alleen voor de studenten die echt een steuntje in de rug nodig hebben, want ze zijn vrij pragmatisch. Als eerste is het belangrijk dat je moet ophouden met het domme gedoe over het behalen van een 10 voor je bachelorthesis en jezelf focussen op het ‘afvinken’ van een stappenplan dat tijdens de colleges door de werkcollegedocent c.q. scriptiebegeleider aan je wordt toegereikt op een zilveren dienblaadje. Hoewel het wel zo lijkt, hoef je in deze fase van je scriptie helemaal niks zelf te verzinnen wat werkwijze betreft; sterker nog, doe gewoon PRECIES wat je werkcollegedocent zegt, dan komt het helemaal goed. En daarmee bedoel ik: daarmee heb je gewoon een hoog eindcijfer in de pocket. Zo kun je misschien toch die 10 halen, alleen al omdat je minder gestrest bent (succes niet gegarandeerd). Verder is het van belang dat je een goed onderwerp kiest. Hiermee komen we aan bij de eerste stap van de Altijd Geslaagd Methode:
Stap 1: je gaat niet de scriptieprijs winnen voor je bachelorthesis.
Begeleiders zeggen vaak: maak het jezelf niet te moeilijk, want je hebt niet zoveel woorden en ook niet zoveel tijd. Als je het op deze manier zegt, levert het naar mijn ervaring veel stress op bij sommige studenten. Ik ben liever van het botte, directe: “Doe niet alsof je de scriptieprijs gaat winnen.” Aan het einde van de dag heb je maar 6000 – 8000 woorden voor je thesis, afhankelijk van wat je precies studeert, en kan er in dit beperkte aantal woorden, waarvan 1500 al worden gebruikt voor het onderzoeksvoorstel, heel weinig informatie. Wat betekent dit? Dit betekent dat je onmogelijk diepgang kan creëren in een hoofdstuk en dat wijst erop dat het helemaal niet gaat om de inhoud. Het doel van de bachelorthesis is het voorbereiden van studenten op de veel moeilijkere en omvangrijkere masterthesis. Je hebt maar 1 à twee kantjes per hoofdstuk en dat is inclusief inleiding én slot van dat hoofdstuk (en vergeet de daadwerkelijke conclusie van je scriptie niet à twee kantjes met inleiding én slot). Kortom, het gaat niet om het behalen van een scriptieprijs of een goed, inhoudelijk resultaat maar om de oefening voor je masterthesis. Het is een beetje als het geven van een spreekbeurt op de middelbare: het gaat niet om de inhoud, maar om hoe je het brengt en wat je er van hebt geleerd qua presentatietechnieken. Op de universiteit leren we echter geen presentatietechnieken meer, maar leren we academisch schrijven in onze bachelorthesis.
Oké, dus je hoeft geen zeer complex onderwerp aan te snijden, maar wat dan wel? Een goed onderwerp betekent voor je bachelorthesis niet een lastig onderwerp, maar een ‘slim’ onderwerp. Je moet er een zien te vinden waar veel informatie over is te vinden in de diverse bronnen die je kunt raadplegen. Hiermee komen we bij stap twee van de Altijd Geslaagd Methode:
Stap 2: je hoeft niet opnieuw het wiel uit te vinden: ga op zoek naar een leidraad en een terugvalmogelijkheid.
Voordat je een definitief onderwerp kiest moet je altijd, altijd(!) op zoek naar een mogelijk voorbeeld om op terug te vallen. Eerst zoek je natuurlijk naar een onderwerp dat je leuk lijkt en vervolgens check je of hier genoeg over te vinden is. Vervolgens zoek je naar andere thesis op het interweb, als leidraad. Dit betekent niet dat je deze scriptie klakkeloos moet overnemen, maar wat moet je anders als voorbeeld nemen? Mijn scriptiebegeleider gaf vrij weinig concrete tips of voorbeelden tijdens de colleges en tussendoor mocht je geen vragen mailen. Nou kan je gaan lopen stressen, maar je kunt het ook slim spelen en gewoon een onderwerp kiezen dat veilig is en waarvan voorbeelden bestaan. Bovendien: een masterscriptie is veel te groot en uitgebreid om klakkeloos over te nemen, en waarschijnlijk snap je toch niet wat er met de onderzoeksvraag beoogd wordt. Wat je wel kunt doen is kijken naar de opbouw, het taalgebruik, hoeveel woorden je per sectie ongeveer nodig gaat hebben. Het idee van zo’n voorbeeld is het creëren van rust in je hoofd zodat je rustig aan de slag kan gaan met je onderwerp. Bovendien weet je welke kant je ongeveer moet opgaan met je onderzoeksvraag. Stel dat de voorbeeldscriptie onderzoek doet naar het effect van een vleestaks op het koopgedrag van consumenten, dan kies je als je wanhopig bent gewoon als onderzoeksvraag iets met consumenten en koopkracht, maar verzin je wel zelf wat concreets. Doe het dan bijvoorbeeld niet over het effect van een vleestaks op de marktpositie van X N.V., om vervolgens geen voorbeeld of terugvalbasis te hebben (in de vorm van een andere scriptie). Als je slim bent doe je ook vergelijkend onderzoek naar een bepaalde trend binnen masterscripties die gaan over je onderwerp. Als ze allemaal onderzoek doen naar koopkracht, dan is het gewoon slim om het ook daarover te doen. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar je gaat in plaats daarvan verder met de rest van de wagen. Nog een tip: als je moeite hebt met de deelvragen, gebruik dan dezelfde methode als voor de onderzoeksvraag, maar houd het origineel.
Over voorbeelden gesproken: doe ook onderzoek naar je begeleider. Heeft deze begeleider zelf een gepubliceerd promotieonderzoek? Gebruik dit dan voor bijvoorbeeld je onderzoeksvoorstel. Kijk naar het taalgebruik en de algemene flow van het werkstuk. Gebruik dit ook als voorbeeld voor de operationalisering en conceptualisering, want zeg nou eens eerlijk: wat de fuck betekent dat concreet? En ga er maar niet van uit dat de studenten van de masterscriptie dit wel goed weten, gebruik gewoon je begeleider als voorbeeld voor het onderzoeksvoorstel.
Met het gebruiken van je begeleider als voorbeeld, komen we meteen aan bij stap 3 van de Altijd Geslaagd methode:
Stap 3: een scriptie is geen persoonlijke blog: pas je mening aan op je begeleider en volg diens tips EXACT op.
Om een voldoende te halen voor je scriptie, je raadt het al, moet je doen wat je begeleider zegt. Dit betekent dat je zijn of haar tips moet opvolgen, hoe triviaal ze ook klinken. Het is dus van belang dat je naar alle werkcolleges en ontmoetingsmomenten gaat om op die manier zoveel mogelijk over je begeleider te weten te komen. Wat vindt hij belangrijk? Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Of eigenlijk niet. Een college duurt wel een poosje en een begeleider kan dit moeilijk vullen met alleen maar nieuwe informatie. De begeleider gaat dus dingen herhalen, maar alleen de dingen die hij belangrijk vindt. Schrijf deze dingen op! Mijn werkcollegedocent had het bijvoorbeeld drie kwartier lang over de bronvermelding en over een “piramidestructuur” in de opbouw van de thesis (dit betekent dat alles in dienst moet staan van de onderzoeksvraag en dat alles hiernaar moet leiden). Jouw begeleider kan weer andere dingen belangrijk vinden. Schrijf gewoon op wat herhaald wordt. Nadat de begeleider aan het woord is geweest, begint de vragenronde: dit is een goed moment om belangrijke punten te horen en op te schrijven. De vragen van studenten kunnen gaan over wat je hebt gemist tijdens de presentatie van de begeleider, of over de punten die de docent belangrijk vindt maar die jij niet aanzag als ‘belangrijk’ genoeg omdat ze nog niet werden herhaald. Bovendien stellen de studenten vaak tien keer dezelfde vraag in net een ander jasje en geeft de docent tien keer hetzelfde antwoord, dus dan wordt wel duidelijk wat je moet opschrijven. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: doe gewoon wat de begeleider zegt en herhaalt, dat is vaak het enige dat hij of zij belangrijk vindt in een scriptie.
Ook is het belangrijk om te weten hoe je begeleider tegen een bepaald punt aankijkt. Probeer tijdens de sessies te achterhalen hoe je begeleider denkt over een onderwerp dat je probeert aan te snijden of een soortgelijk onderwerp. Stel je voor dat je begeleider het hele college praat over hoe hij een vleestaks een geweldig idee vindt, zet dan in de conclusie van je scriptie dat jij het ook een geweldig idee vindt. Een bachelorscriptie is een verplicht onderdeel van je studie en het is de wel zo fijn als je deze in één keer haalt. Dit is niet bepaald het juiste moment om je politieke ergernissen te uiten en het is geen persoonlijke blog; houd je mening gewoon lekker voor jezelf en blijf neutraal. Je wilt immers een voldoende halen; de mening van je begeleider overnemen is dan simpelweg de veiligste optie. Nogmaals: je gaat niet de scriptieprijs winnen met je bachelorthesis.
Mijn scriptiebegeleider was gelukkig lekker pragmatisch en hij gaf ons een goede tip mee, hiermee kom ik aan op de vierde en de laatste stap van de Altijd Geslaagd Methode:
Stap 4: een scriptie bestaat uit twee (plus twee) simpele fases: overschrijven en kill your darlings.
'Kill your darlings' betekent dat je vanwege het woordenaantal, de vaart van het verhaal of om een andere reden iets moet schrappen waar je trots op bent. En laat dat nou precies de kern zijn van waar het schrijven van een scriptie over gaat. Wat mijn begeleider meegaf is dat het idee is dat je eerst zoveel mogelijk bronnen verzamelt en dat je de bruikbare informatie gewoon meteen domweg overschrijft (lees: parafraseert). Dit is de eerste en tweede fase van je scriptie: verzamelen en overschrijven. Je kijkt hier nog niet naar taal, schrijfstijl of opbouw, maar eerder naar inhoud en relevantie. Als je alles hebt verzameld en opgeschreven, ben je eigenlijk als klaar met je scriptie. Het is nu de bedoeling dat je gaat filteren. Dit is de derde fase van je scriptie, gewoon domweg selecteren en verwijderen. In de vierde fase kijk je naar taal, schrijfstijl en opbouw. Je gaat nu aanpassen, verschuiven en opnieuw. Dit neemt heel veel tijd in beslag, dus begin gewoon op tijd. Anders zul je een week lang elke dag een nachtje moeten doorhalen voor de deadline.
Hopelijk helpen al deze tips je goed op weg voor je scriptie. Weet je het even niet meer, stap dan gewoon even weg van je bureau en haal een frisse neus. Het hoeft allemaal niet in één keer naar binnen te stromen. Maak gewoon een kladversie of schrijf op wat er in je opkomt en pas dit later aan. Herhaal dit proces, misschien kom je weer op een goed idee. Het klinkt heel stom, maar als je een writer’s block hebt kun je misschien een tip van Carry Slee gebruiken (of het was iemand anders, maar iedereen kent Carry Slee wel): zij ging in zo’n situatie wat anders doen dan wat haar routine was, bijvoorbeeld het nemen van een andere route naar de supermarkt; dan kwam er altijd wel een leuk creatief idee naar boven. Dit heb ik zelf niet gedaan, maar het is wel een leuke afsluiting op dit stuk. Succes met je scriptie.