Over 100 jaar
Het lijkt me leuk om 100 jaar te worden. Deze prachtige stelling poneerde het Jeugdjournaal 7 september 2018 in een peiling op haar website. Het nieuws van die dag: het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam met nieuwe cijfers over de levensverwachting. Die blijft stijgen. Wel iets minder hard dan in voorgaande periodes.
Momenteel is er veel te doen om de verhoging van de AOW leeftijd en specifiek de één-op-één koppeling met de stijging van de levensverwachting (zie kader). De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 67 jaar in 2021.(1) Vanaf 2022 hangt de AOW-leeftijd af van de levensverwachting en wordt de prognose levensverwachting 65-jarigen van het CBS gebruikt voor de vaststelling van de toekomstige AOW-leeftijd volgens de Algemene Ouderdomswet.(2) De levensverwachting van 65-jarigen neemt al sinds 1950 toe. Destijds leefden 65-jarigen gemiddeld nog 14,3 jaar, in 2017 was dat 19,9 jaar. Het CBS verwacht dat de levensverwachting op 65-jarige leeftijd 20,63 jaar zal zijn in 2024. Om te bepalen welke AOW-leeftijd daar bij hoort heeft de wetgever in 2013 een formule bedacht. Op basis van die wettelijke formule kom je dan voor 2024 uit op een AOW-leeftijd van 67 jaar en 3 maanden (omdat de levensverwachting ongeveer gelijk is gebleven, is de AOW leeftijd hetzelfde gebleven als voor de jaren 2022 en 2023). Wie in 2000 geboren is, krijgt naar verwachting AOW op een leeftijd van 71 jaar en 3 maanden. Nieuwsgierig naar je eigen AOW-leeftijd? Check hem hier.
Naast het CBS, deed eind 2018 ook het Koninklijk Actuarieel Genootschap nog een duit in het zakje. Zij publiceerde nieuwe prognoses voor de levensverwachting. Wat blijkt? We worden voor het eerst minder snel ouder. De verwachte toename van de levensverwachting mag dan zijn afgevlakt ten opzichte van de prognose twee jaar geleden, maar de levensverwachting stijgt dus nog gestaag. Op basis van de laatste inzichten is deze 92,5 jaar voor een meisje en 90 jaar voor een jongen geboren in 2019. Een hogere levensverwachting klinkt mij als muziek in de oren.
‘Het leven is tijdelijk. En de dood is onvermijdelijk. Maar stel dat je niet dood kon gaan. Dan had je stomweg niet bestaan. Wees blij dus dat je straks mag sterven. En laat het je leven niet bederven’, zong Harrie Jekkers in 1982 als zanger van het Klein Orkest. Met het haast carnavaleske refrein van de gelijknamige single zachtjes op de achtergrond: ‘Over 100 jaar, zijn jullie allemaal dood.’ ‘En wij ook!’, zong het Klein Orkest in koor. Wat zal de jeugd van tegenwoordig daarvan vinden?
‘Eens’, antwoorde ruim 75% van de al bijna 16000 stemmers op de website van het Jeugdjournaal. Het lijkt hen leuk om 100 jaar te worden. Iets minder dan 25% niet. Ik vraag me af wat er in de koppies omgaat bij het beantwoorden van deze op het oog luchtige levensvraag. Vol verwondering lees ik de reacties op de website:
‘Het is alleen leuk als je niet alleen bent en dat je gezond bent’
‘Mijn oma is 90 en gaat nog van de hoge duikplank in het zwembad, dus de 100 haalt ze wel!’
‘Alleen gezond met een computer’
‘Nee omdat als je ouder word word je ook kleiner. maar het is wel leuk voor opa,s en oma,s’
‘Als je 100 jaar word mag je in rolstoel, het is heel leuk’
‘Ja net als sinterklaas!!’
‘Ik wil 2100 meemaken!’
Wat een prachtige reacties, van zowel voor- als tegenstanders! Ik hoop van harte 100 jaar te worden. Maar een eeuw zijn, daar zie ik toch een klein beetje tegen op. Voor nu biedt het vooral stof tot nadenken. Als 100 jaar leven gewoon wordt, krijgen mensen meer tijd, maar moeten (of beter: mogen) ook langer werken. Wat betekenen die extra jaren, bijvoorbeeld voor de manier waarop we relaties, werk en pensioen inrichten? Voor individuen en instituties? Het boek ‘The 100-Year Life. Living and Working in an Age of Longevity’ (2016) van Lynda Gratton en Andrew Scott biedt interessante inzichten en inspiratie. Een aanrader wat mij betreft.
Aan het einde begin ik te twijfelen. Is het echt wel leuk om 100 te worden? Anoukie geeft met haar reactie op 16 september 2018, 12:55 uur de doorslag: ‘Het allerliefste wil ik jong blijven’. Over 100 jaar, zing ik er zachtjes bij.
Michael Visser
Deze bijdrage verscheen eerder in een andere vorm in Pensioen & Praktijk 3 van 2018.
(1): Art. 7a lid 1 AOW.
(2): Art. 7a lid 2 jo. 4 AOW.
(3): Joop de Beer, Harry van Dalen, Kène Henkens, “Stijgt de AOW-leeftijd niet te hard?”, Me Judice, 11 maart 2017.
(4): Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 32 043, nr. 438 (motie van het lid Van Haersma Buma c.s., voorgesteld 27 november 2018).
(5): Kabinetsbrief vernieuwing pensioenstelsel (1 februari 2019, 2019-0000004160).