Het zal niemand ontgaan zijn dat het kabinet is afgetreden. De grootste oorzaak hiervan is de toeslagenaffaire. Dit was ook een van de belangrijkste gespreksonderwerpen op het congres van 12 november.
Vijf dagen voor het begin van de hoorzittingen van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag vond in Willem II stadion het Fiscaal Congres van De Smeetskring plaats. Dit congres had het toepasselijke thema “Belastingdienst en Burger: een ongelukkig huwelijk?”. Vanwege de coronamaatregelen waren alleen de sprekers op de locatie aanwezig. Studenten en belangstellenden konden het evenement thuis via een livestream volgen en deelnemen via de chat.
De dag werd ingeleid door professor Gribnau. Hij vertelde dat problemen tussen burger en de Belastingdienst, met name bij de toeslagen, al een paar jaar speelden en steeds groter worden. Sinds 2006 is er het toeslagensysteem, waarbij de Belastingdienst geld uitdeelt in plaats van invordert. Problemen hierbij leidden in 2013 tot de zogenaamde ‘Bulgarenfraude’ waarna vanuit de politiek het signaal kwam om fraude keihard aan te pakken. Vanaf 2017 wordt het steeds duidelijker dat deze oproep tot keiharde aanpak heeft geleid tot niet-proportionele handhaving door de Belastingdienst.
De eerste spreker was Eva González Pérez van advocatencollectief Trias. Sinds 2014 staat zij gedupeerden bij in de toeslagenaffaire. Zij legde uit dat het grote probleem van de toeslagen is dat vooraf een voorschot wordt uitbetaald en dit achteraf pas wordt gecontroleerd. De Belastingdienst is hierbij tekortgeschoten, de beslissingen van de Belastingdienst zijn niet te volgen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn hierbij geschonden. Procederen tegen de beslissingen was voor de ouders de enige remedie. In totaal zijn er 15000 rechtszaken gevoerd tegen beslissingen van de Belastingdienst in de toeslagenaffaire. González Pérez had onder andere het idee dat er sprake was van discriminatie, want bijna alle burgers die zij vertegenwoordigde in deze zaak waren van buitenlandse afkomst. Haar mening is dan ook dat de Belastingdienst ernstig heeft gefaald naar burgers toe, en dat dit ten koste van rechtsbescherming is gegaan.
Als tweede spreker was het de beurt aan Eric Poelmann, die op persoonlijke titel kwam spreken over rechtsbescherming. Hij pleitte ervoor dat fiscale studenten tijdens hun opleiding verplicht een stage bij de belastingwinkel zouden volgen, om zo in contact te komen met de onderkant van de samenleving. Rechtsbescherming in fiscale zaken zou immers moeten gelden voor de gehele maatschappij en niet alleen voor zij die het kunnen betalen. Over de toeslagenaffaire zei hij dat het al fout gelopen is bij de voorbereiding van de wet, en vooringenomenheid van de overheid werkte door tot in de bezwaarfase. Poelmann vindt dat er een kritische kanttekening te plaatsen valt bij het niveau van de rechtsvinding in deze zaak.
Belastingadviseur Frank Herreveld van Herreveld van Sprundel & Partners was de derde spreker. Zijn idee was dat er in Nederland over algemeen goede fiscale rechtsbescherming is geregeld in de AWR. De ABBB zijn echter grotendeels niet beschreven in de wet terwijl dit volgens hem wel beter zou zijn. Het gesloten systeem van het fiscale recht is ook een groot manco, er is hierdoor geen mogelijkheid om bij de fiscale rechter bezwaar en beroep in te stellen tegen besluiten die niet genoemd zijn in de wet. Naar zijn idee is de Belastingdienst de afgelopen jaren steeds meer verhard en kiezen ze steeds vaker voor de formele weg. Ook handelen ze vaak niet transparant, zo geven ze geen inzage in je eigen dossier wat mogelijk niet eens conform de AVG zou zijn. Er is sprake van wantrouwen richting belastingplichtige. Herreveld pleit voor een cultuurverandering. Bij de toeslagenaffaire is het volgens hem al fout gegaan bij de top van de Belastingdienst, daarom zou er ook onafhankelijk toezicht moeten komen op de Belastingdienst. Daarnaast ondersteunt hij de oproep voor een werkende rechtshulp voor belastingzaken. Ook bij internationaal belastingrecht zijn er manco’s bij de rechtsbescherming, er is geen internationale belastingrechter waardoor vaak geen bezwaar en beroep mogelijk is in internationale belastingrechtszaken.
De laatste spreker van de dag was Diana van Hout, naast professor aan onze universiteit ook voorzitter van de Adviescommissie praktische rechtsbescherming in belastingzaken. Deze commissie schrijft een rapport over rechtsbescherming bij belastingzaken vanuit het burgerperspectief dat binnenkort zal verschijnen. Helaas konden de conclusies van dit rapport op het congres nog niet besproken worden. Wel onderschreef ze het punt van de andere sprekers dat de normale burger slechte toegang heeft tot rechtsbescherming bij fiscale zaken. Ook vroeg ze zich af of de Belastingdienst wel altijd zou moeten willen procederen tegen burgers. Zo haalde ze een zaak aan waarbij een persoon die wegens omstandigheden ondergedoken zat in een blijf-van-mijn-lijfhuis geen alleenstaandeouderkorting kreeg, omdat ze niet ingeschreven was op haar woonadres. Het is rechtmatig dat de korting wordt ingetrokken omdat daarvoor een inschrijving bij de gemeente nodig is, maar iedereen zal aanvoelen dat het niet rechtvaardig is. Er wordt daarom ook naar elkaar gewezen door verschillende partijen (wetgever, rechters en Belastingdienst). De wet zou natuurlijk veranderd kunnen worden, maar de vraag is ook of de Belastingdienst in een dergelijke zaak zou moeten willen besluiten tot procederen.
Voordat de livestream ten einde kwam, werd deze leerzame dag afgesloten met een paneldiscussie waarbij de sprekers met elkaar in discussie gingen over de relatie tussen de burger en de Belastingdienst.