Een interdisciplinaire benadering van de studiereis: student vs. docent

Gepubliceerd op: 27/10/2017

Estherbakker large

Een paar maanden geleden kwam de vraag of ik een stuk wilde schrijven voor de Circulaire. Natuurlijk! Maar dan komt de vraag, waarover? Ik kan natuurlijk iets vakinhoudelijks gaan schrijven, maar ten tijde van het verschijnen van deze Circulaire zitten jullie allemaal tot aan je nek in de studieboeken, wettenbundels en jurisprudentie te blokken voor de (her)tentamens. Een luchtiger onderwerp is misschien wel op zijn plaats. En wat is nu luchtiger dan het luchtruim opzoeken en iets te schrijven over de studiereis?

Al jaren beroemd én berucht. En het belangrijkste van alles: “location, location, location”. De Smeetskring steekt al jaren veel tijd in de organisatie van mooie, maar ook leerzame studiereizen (dat woord “studie” staat er toch écht in, alhoewel studenten dat onderdeel nog wel eens vergeten). De studenten willen graag buiten Europa, het Fiscaal Instituut Tilburg is een voorstander om binnen Europa te blijven, maar sluit andere landen zeker niet uit. Het belangrijkste is dat het fiscaal interessant is voor de studenten en ze daadwerkelijk ook iets kunnen leren over het fiscale systeem aldaar in vergelijking met Nederland. Een voordeel van grotere steden is dat hier vaak veel kantoren zijn gevestigd waar bezoeken aan kunnen plaatsvinden en relatief makkelijk via de collega’s van het FIT connecties kunnen worden gelegd.

Ik heb het geluk gehad om de studiereis drie maal mee te maken, twee maal als student (in 2007 naar New York City en in 2008 naar Curaçao) en één maal als docent (Kuala Lumpur). Ja, ik weet de locaties wel uit te zoeken hè? Niet verkeerd! Hou wel in het achterhoofd dat in 2007 en 2008 de financiële crisis nog niet gaande was, dus de the sky was the limit.

Tn dsc04141 thumb

Vrijdag de 13e, altijd een mooie dag om een reis te ondernemen. Samen met 27 medestudenten en twee docenten vertrokken we naar Schiphol om per vliegtuig naar New York te vliegen. 9/11 was inmiddels vijfeneenhalf jaar geleden, maar de controles waren nog steeds erg streng. Na een hoop gedoe kwam iedereen door de douane en pakte we de transfer naar de stad. Ik kwam de subway uit had meteen kramp in m’n nek. Want WAT ZIJN DIE GEBOUWEN HOOG! Enorm, niet normaal. Ons hotel (ja, toen verbleven studenten en docenten nog in hetzelfde hotel) lag op dezelfde straat als de Empire State Building, toplocatie dus. Die toplocatie had echter wel prijskaartje, want er waren dagen dat we amper water hadden of de wc’s het niet deden. Maar ook daar was uiteindelijk wel een oplossing voor te vinden. En nee, het was niet dat de reiscommissie hun huiswerk niet goed had gedaan, we hadden gewoon pech.

We hebben die week prachtige dingen gezien, zo hebben we een hop-on-hop-off tour door de stad gemaakt om alle hoogtepunten te zien en hebben we de ferry naar Ellis Island gemaakt (wederom strenge controle) met prachtig uitzicht op Manhattan evenals het Vrijheidsbeeld (die was toen nog gesloten in verband met veiligheidsredenen). Ground Zero was één grote bouwput, maar wel heel indrukwekkend, overal lagen bloemen. Overdag hadden we iedere dag een kantoorbezoek waarbij case studies werden gemaakt. Dit kon in het Nederlands, want eigenlijk ieder kantoor heeft wel een Dutch Desk van waaruit de coördinatie van de belastingadviezen voor Europa plaatsvindt. Zo konden we spelenderwijs aan de slag met de vennootschapsbelasting, de omzetbelasting en de belastingverdragen. Bij verschillende bezoeken hebben de studenten vervolgens een presentatie gegeven of gingen we in discussie met medewerkers. De kantoren namens ons ’s avonds mee naar exclusieve locaties om te dineren, maar ook naar een roof top bar op de 37e verdieping met uitzicht op de Empire State Building, een comedy club en zelfs een keer een nachtclub die speciaal voor ons eerder werd geopend. Ook zijn we bij het consulaat geweest (kwam goed uit, want één van de studenten was z’n paspoort verloren tijdens het stappen). Daarnaast hebben we een bezoek gebracht aan NYU (New York University) waar we twee lezingen kregen, waaronder één van prof. Dietvorst over het Nederlandse pensioenstelsel. Daar hebben we met Amerikaanse studenten kunnen praten over de verschillen en overeenkomsten in de opleidingen fiscaal recht en fiscale economie. Zo is een fiscale opleiding daar enkel een master, en het is in Amerika helemaal niet gebruikelijk om na je bachelor nog een master te volgen. Dus ze vonden het heel bijzonder om zo veel masterstudenten te ontmoeten.

Tn img 0871 thumb

Curaçao was heel anders dan New York. Ten eerste was er maar één docent mee: Michael Visser. Maar wat vooral anders is, is hun motto: “tránkilo!” New York is alles heel gejaagd en is iedereen druk, in Curaçao kennen ze dat woord niet eens. Bij de Belastingdienst zagen we een rij slippers staan. Mensen stonden zo in de rij om hun belasting te betalen. Niemand die voordringt of zich ergens druk om maakt, voor ons als westerling toch wel wat onwennig. In tegenstelling tot New York hadden we daar niet iedere dag kantoorbezoeken, maar de kantoren namens ons mee naar de haven en een kalksteengroeve. Er is geen openbaar vervoer in Curaçao, dus hadden we busjes gehuurd. Dat leverde nog wel eens spannende momenten op als de weg niet goed was aangegeven. Vooral de kalksteengroeve was een ware survivaltocht. Ook hebben we buggy gereden over het eiland en een golfclinic gehad. Fiscaliteit is zeker ter sprake gekomen, maar het voelde toch meer als vakantie waarbij door de kantoren allerlei leuke dingen werden geregeld. Wat ook bijdroeg aan de sfeer was het feit dat we in een huisjespark zaten op kruipafstand van het strand met een beachbar. Zon, zee, strand & cocktails gaan prima samen met fiscaliteit!

Tn img 1367 thumb

In 2017 ben ik met een aantal van de Smeetskringers naar Kuala Lumpur geweest. Ik ga hier geen uitgebreid verslag van doen, aangezien Hilde, Guus, Floris & Casper dat al uitgebreid hebben gedaan (zie: Studiereis Kuala Lumpur 2017)

In New York was ik naast student ook bestuurslid, dus ik voelde me toch een beetje verantwoordelijk. In Curaçao heb ik alles over me heen laten komen, heerlijk! Daar zit ook wel het grootste verschil, als docent ben je het eerste aanspreekpunt (naast de commissie) als er wat gebeurd. Bij kantoor- of universiteitsbezoeken willen de medewerkers (partners, hoogleraren) toch graag met de docent praten. Naast inhoudelijke discussies komen ook uitwisselingsmogelijkheden tussen de verschillende universiteiten ter sprake. In Kuala Lumpur is het ongebruikelijk om openlijk te praten over de staat van het land, wat betreft de vrijheid van meningsuiting etc. Toen ik later alleen zat met een hoogleraar heeft ze mij hierover het één en ander kunnen vertellen en het viel me toen op dat academici toch niet helemaal vrij zijn in wat ze kunnen publiceren. Er is geen strikt verbod, maar meer een algemeen gevoel dat men op hun woorden moet letten. Tijdens discussies met hoogleraren tijdens lezingen viel me dit ook op, er was eigenlijk geen ruimte voor discussies. Hun mening was gebaseerd op de Koran, de Fikh (jurisprudentie) en de Hadith (uitspraken en het leven van Mohamed zoals overgeleverd door tijdsgenoten). Hiermee wil ik niet zeggen dat er geen goede academici of universiteiten in Maleisië zijn, in tegendeel! Vanuit de overheid is een belangrijke focus op onderwijs en een incentive om de bevolking te laten studeren. Persoonlijk zou ik het mooi vinden als de studenten hierbij nog iets meer de vrijheid krijgen hun eigen mening te ontwikkelen en uit te spreken.

Zoals gezegd zit het grootste verschil in het beleven van de studiereis in het verantwoordelijkheidsgevoel. Sterker nog, als docent ben en blijf je verantwoordelijk. Je bent toch een visitekaartje van Tilburg University en wil graag dat een positieve indruk achterblijft. Dus als je studenten dan terecht moet wijzen op kledingvoorschriften of ze tot de orde roept, voelt dat niet fijn (sterker nog: ik heb er een hekel aan). Maar het moet soms wel gebeuren.

Als student kan je lekker feesten, een club in en tot de late uurtjes dansen. Als docent ging ik af en toe wel mee naar de rooftop bar, maar voelde me niet op m’n gemak om nog een tweede gin-tonic te bestellen (en al helemaal niet in een bucket), ondanks dat studenten aangaven dat ik rustig mee de dansvloer op kon. De band tussen studenten en docenten kan vervagen, en dat is mij ook zeker opgevallen tijdens de reis in KL. In het begin was het ‘mevrouw Bakker’ en ‘u’ maar aan het einde was het Esther en ‘je’. Dat vond ik wel zo prettig. Maar er is en blijft een afstand, en het is ook goed dat die er is. Een aantal van jullie zal ik wellicht gaan begeleiden bij scripties, een groot deel van jullie kom ik tegen in de collegezalen. Het voelt toch wat ongemakkelijk als jullie me dronken al dansend op de tafel hebben meegemaakt, hoe neem je mij dan nog serieus als docent? En in hoeverre voel ik me dan nog serieus genomen als docent?

Dat wil niet zeggen dat je als docent niet een prachtige reis kan meemaken. In Kuala Lumpur heb ik bijna het volledige programma meegedraaid en een en ander over de Europese btw kunnen vertellen. Ook de dag dat we “het binnenland” introkken was prachtig om mee te maken, olifanten voeren doe ik meestal niet tijdens m’n werk (alhoewel er wel vaak bananen tijdens collegesheets worden gebruikt, die schijnen didactisch beter te blijven hangen dan andere plaatjes – waar men al wel niet academisch onderzoek naar doet).

De studiereis van de Smeetskring is een waardevol iets, zowel voor studenten als docenten. Ik zie ook in dat het belangrijk is dat docenten mee gaan en vooral ook mee blijven gaan. Ik heb drie geweldige reizen gehad en zou het zo weer doen!

 

Tn vooronderhetartiekl thumbTn dsc00028 thumbTn scan0104 thumbTn scan0100 thumb