In deze editie van ‘Terug in de tijd met…’ duiken we het leven in van André Martens. André was begin jaren ’80 bestuursvoorzitter van T.F.V. “De Smeetskring” en heeft tegenwoordig een eigen advieskantoor.
André is zo vriendelijk geweest om ons (de Circulairecommissie) bij hem thuis uit te nodigen voor het interview. Eenmaal bij hem aangekomen, worden we direct warm onthaald door André en een goede vriend van hem. Na een korte introductie van onze kant, is het dan echt tijd voor een goed gesprek.
André, kun jij eerst even je levensloop in het kort beschrijven?
“Na het vwo in Maastricht te hebben afgerond, ben ik in Tilburg Fiscaal Recht gaan studeren. Dat was van 1978 tot 1986. In die periode ben ik twee jaar lang voorzitter geweest van de Smeetskring. Na mijn afstuderen ben ik begonnen bij Ernst & Whinney (later EY). Daar ben ik als het ware ingerold. In de tentamenperiode ben ik namelijk gehunt door professor Romijn, die zei dat ik ‘een 9 waard was’. Bij EY heb ik vier jaar gewerkt. De NOB-opleiding heb ik in een jaar afgerond, terwijl er eigenlijk tweeënhalf jaar voor stond. Toen ben ik gevraagd om met een paar vermogende mensen een private banking organisatie op te zetten. Daar kon ik geen nee op zeggen; mijn salaris werd verdubbeld. Het was echt een Hollywood-voorstel. Na tien jaar is de organisatie verkocht aan een verzekeringsmaatschappij. Inmiddels was ik 38 jaar en besloot een tijdje de wereld over te zwerven. Dit heb ik uiteindelijk twee jaar gedaan. Kaapstad was destijds een van mijn woonplaatsen. Eenmaal terug in Nederland ben ik Nederlands Recht gaan studeren, weer in Tilburg. Ik wilde advocaat worden, maar heb daar toch uiteindelijk van afgezien. In 2013 heb ik adviespraktijk Strataego opgezet.”
En om op Strataego door te gaan, wat voor soort praktijk is het precies?
“Strataego is een zeer veelzijdige praktijk en onderscheidt zich van andere kantoren door het feit dat wij –mijn compagnon en ik– niet alleen bezig zijn met de fiscaliteit, maar ook met veel privaatrechtelijke zaken. Ik heb immers later nog Nederlands Recht gestudeerd en een master in Privaatrecht gedaan. Vooral de samenloop van het fiscaal recht en het privaatrecht boeit mij dan ook enorm. Iedere dag is serieus anders. Ons klantenpakket bestaat bijvoorbeeld uit automotive-mensen en marktleidende Europese agrarische bedrijven.
Wat mij opvalt is dat veel ondernemers goed zijn in wat ze doen, maar met fiscaliteit eigenlijk niks te maken willen hebben. Iemand die te snel teveel geld heeft verdiend, is het ook net zo snel weer kwijt. Wij beogen eerlijk advies met een sociale inslag te geven. Zo heb ik een cliënt ooit afgeraden om zijn kinderen zijn bedrijf over te laten nemen. De man wilde van mij weten hoe deze bedrijfsopvolging het beste geregeld kon worden, maar ik zei hem dat het beter was om gewoon lekker te cashen. De kinderen waren niet al te snugger en lui en zouden het waarschijnlijk flink verkloten. Dat heb ik de cliënt echter iets genuanceerder verteld, haha. Ik denk dat de meeste cliënten van Strataego voldoende hebben aan algemeen advies. Waar ik denk dat dat niet zo is, hebben wij een uitgebreid netwerk van advocaten, specialisten en notarissen. Wij zijn als het ware een huisarts; veel fiscale en privaatrechtelijke zaken doen we zelf, maar als het echt voer is voor andere beroepsgroepen verwijzen we de cliënt door. Men zegt wel eens dat een fiscalist duur is, maar dat geld is het naar mijn mening ook wel waard als je ziet wat voor belangen er vaak op het spel staan.
Zo had een cliënt van mij eens 20.000 euro bespaard door mijn advies. Toen ging hij alsnog zeuren over de factuur die 1500 euro bedroeg. Dat gebeurt wel eens. Maar ik heb ook veel fijne cliënten. Soms weten ze aanvankelijk helemaal niets van fiscaliteit, maar krijgen ze er na verloop van tijd toch steeds meer interesse in. Wij willen de cliënt er zo veel mogelijk bij betrekken, zodat hij snapt wat we aan het doen zijn.” Dan vult zijn vriend aan: “Als het vijf voor twaalf is, is André op zijn best.”
Op de vraag of André problemen van zijn cliënten ook echt ‘mee naar bed neemt’ reageert hij gedecideerd: “Vroeger wel. Dan kon ik echt link en persoonlijk worden tegen de inspecteur. Cliënten kwamen vaak ook bij mij thuis, dat is nu niet meer zo. Ik probeer toch een emotionele afstand te bewaren. Privé is privé en zakelijk is zakelijk.”
De rubriek heet niet voor niets ‘Terug in de tijd met…’, dus neem ons even mee naar je studententijd.
“Na het behalen van mijn bachelor Fiscaal Recht ging ik –tijdens mijn master– werken als kandidaat-deurwaarder bij Pieters & Voeten in Breda voor 20 uur per week. Terwijl alle jongens op het studentenhuis nog lagen te pitten tot 13.00 uur, was ik al de hele ochtend op kantoor geweest om juridische kennis te vergaren. Dit heb ik drie jaar gedaan. Dus die klap die veel mensen hebben gehad van het afstuderen en dan ineens 50-60 uur per week werken, heb ik niet gehad. Bij mij is dat heel geruisloos gegaan. Ik had ook altijd geld.
Bij Pieters & Voeten verdiende ik destijds al 2000 gulden in de maand voor die 20 uur. Ook had ik tijdens mijn periode als voorzitter van de Smeetskring een handel in gebruikte kevers (lees: Volkswagen-kevers). De Smeetskring kende destijds ook nog geen commissies; het parttime bestuur vervulde de taken die de commissies nu zouden doen.
Alle tentamens werden mondeling afgenomen bij de professoren thuis. Dan heb ik het over namen als Van Dijck, Schoordijk en Geppaart. Daar heb ik nog wel een paar leuke anekdotes over. Zo was er een student Bedrijfseconomie met het verplichte keuzevak ‘Belastingen’. Het was een typische student; hele nachten in de kroeg, nooit naar college komen etc. Op de dag van het tentamen arriveerde hij bij het huis van professor Van Dijck. Daar trof hij in de tuin de tuinman aan. Toen hij aan de tuinman vroeg of professor Van Dijck hier woonde, antwoordde de tuinman dat dat inderdaad het geval was en ging hij Van Dijck even melden dat er een student was gearriveerd. De ‘tuinman’ kleedde zich echter snel om en zat tien minuten later keurig in pak achter het bureau van de professor. Uiteraard... het WAS de professor. Eenmaal aangekomen in de kamer van professor Van Dijck verstijfde de student.
Het tentamen ging dan ook zoals verwacht, niet al te best. Toch kreeg de student een 6 op voorwaarde dat hij nooit de fiscaliteit in ging. Een andere leuke anekdote ziet op de efficiënte werkwijze van professor Schoordijk. Zo moest hij eens van vier studenten het tentamen afnemen. Hij vroeg aan de vier studenten wie het slimste van hen was. Nadat de bewuste student tentamen had gedaan bij Schoordijk –en dit zonder succes had afgelegd– kon Schoordijk melden dat geen van de vier studenten was geslaagd. Als dat immers de beste was, konden die andere drie er helemaal niets van.”
En de opleiding Fiscaal Recht zelf, ben je tevreden over de manier waarop deze was vormgegeven?
“Ik vind dat de KUB (tegenwoordig TiU) mensen elitair opleidde. Mijn medestudenten hadden niet in de gaten wat er in de maatschappij gebeurde. Er was te weinig praktijk in de opleiding. Velen hadden geen idee wat commercie, acquisitie en onderhandelen is. Als ik wat mocht veranderen aan de opleiding, dan zou ik hier meer aandacht aan hebben besteed. Daarnaast had ik graag gezien dat er meer ethiek met betrekking tot bedrijven was gegeven. Ik denk dat veel studenten niet wisten –en weten– bij wat voor soort bedrijven ze later terecht zouden komen. Als ze dat van tevoren hadden geweten, zouden ze wellicht moreel-ethische bezwaren hebben ontwikkeld tegen de gang van zaken binnen bepaalde bedrijven. Ook denk ik dat het feit dat er nog een driejarige NOB-opleiding is, blootlegt dat er een tekort zit in de opleiding.”
Kunnen we jouw constatering dat er ‘mankementen’ zitten in de voorbereiding op de fiscaliteit ook veralgemeniseren of denk jij dat het iets specifieks is van Fiscaal Recht in Tilburg?
“Dat kan ook breder getrokken worden, ja. Zo ken ik iemand die hoofdinspecteur is bij De Belastingdienst. De persoon in kwestie heeft niet in Tilburg gestudeerd. Hij werkt vier uur netto per dag en heeft een jaarsalaris van 110.000 euro. Toch is hij niet gelukkig; hij is helemaal afgestompt geworden van altijd maar aanslagen opleggen, corrigeren en mensen naar de kloten helpen. Hier zou de Smeetskring wat meer aandacht aan moeten besteden. Er is namelijk ook een andere kant van de medaille. Sowieso vind ik dat studenten te lichtvaardig denken over een toekomst als fiscalist of advocaat. Er liggen vaak economische redenen en een baangarantie aan ten grondslag. Ik heb al veel mensen helemaal kapot zien gaan door teveel stress, terwijl ze pas een jaar of 40 waren. In de advieswereld wordt die stress –naast de hoge werkdruk– veroorzaakt door de angst van aansprakelijkheidsstelling. We zouden eens een moreel kompas moeten loslaten op het feit dat fiscalisten vaak 50 á 60 uur in de week werken, terwijl ze maar 40 declarabele uren hebben.”
Dan nog even wat over de technologie. Als fiscaal student wordt je tegenwoordig doodgegooid met verhalen dat het werk van een fiscalist er in de (nabije) toekomst heel anders uit zal zien. Hoe kijk jij daar tegen aan?
“Daar heb ik wel een vrij duidelijke visie op. Ik denk dat vooral een boekhouder moet vrezen voor automatisering, robotisering en digitalisering. Een fiscalist veel minder. Fiscalisten zijn niet te vervangen door computers, omdat computers geen eigenschappen bezitten zoals empathie en afwegingsvermogen, twee eigenschappen waar een goede fiscalist over dient te beschikken. Fiscale Economie en Fiscaal Recht zijn niet voor niets sociale wetenschappen. Automatisering heeft de fiscaliteit alleen maar veel gebracht. Zo kunnen arresten nu veel sneller worden opgezocht dankzij Kluwer Navigator. Vroeger duurde dit opzoekwerk vaak uren. Dus al met al is het uiteindelijk de mens die moet beoordelen en afwegen of iets ergens al dan niet van toepassing is. Een computer doet wat logisch is, maar dingen zijn niet altijd logisch.”
Nogmaals bedankt André Martens voor dit mooie interview!