Prinsjesdag 2018: Een handgreep

Gepubliceerd op: 16/10/2018

Tn glazen koets beeld valerie kuypers e1535467818166 large

Hieronder een handgreep uit de fiscale maatregelen voor 2019. Wees gerust, over het d-woord zal worden gezwegen aangezien dit pas voor 2020 op de rol staat (en immers weer een onzekerheid is).

Inkomstenbelasting

Box 1

De tarieven van box 1 veranderen. Het laagste tarief wordt licht verhoogd van 36,55% naar 36,65%, het middelste tarief wordt fors verlaagd van 40,85% naar 38,10% en het toptarief zal licht worden verlaagd van 51,95% naar 51,75%. Deze lastenverlichting op arbeid is geheel in lijn met het kabinetsbeleid. Om de lagere inkomens ook te laten profiteren van de lastenverlichting, zal de maximale algemene heffingskorting worden verhoogd. De afbouw van de hypotheekrenteaftrek wordt komend jaar doorgezet, zodat de aftrek in de hoogste schijf nog tegen 49% zal kunnen plaatsvinden. Dit is een vermindering met 0,5%-punt ten opzichte van 2018. Vanaf 2020 zal de afbouw worden versneld met jaarlijks 3%-punt. Het eigenwoningforfait wordt verlaagd; voor woningen met een WOZ-waarde tussen €75.000 en €1.060.000 wordt het eigenwoningforfait verlaagd van 0,70% in 2018 naar 0,65% in 2019.

Box 2

De verrekening van verliezen in box 2 zal worden beperkt. Nu geldt een carry forward termijn van negen jaar, per 2019 zal deze termijn worden beperkt tot zes jaar. Voor verliezen geleden vóór 2019 geldt de huidige termijn van negen jaar.

Box 3

Er gaan nieuwe forfaitaire rendementen gelden voor box 3. Het forfaitair spaarrendement wordt gesteld op 0,13% (0,36% in 2018) en het forfaitair beleggingsrendement op 5,60% (5,38% in 2018).

Vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2019 treedt de Europese anti-belastingontwijkingsrichtlijn ATAD in werking. Daarin is een aantal maatregelen opgenomen die grondslaguitholling in de vennootschapsbelasting moeten bestrijden. Deze maatregelen betreffen: - Earningsstripping maatregel - Algemene antimisbruikbepaling - CFC-regels - Aanpassing van de exit-heffing - Aftrekbeperking bij hybride structuren Voor een uitgebreide uitleg van de ATAD-richtlijn verwijs ik u graag naar ‘EY – Prinsjesdag 2018’ (zie onderaan pagina).

Daarnaast zal het Vpb-tarief in 2019 worden verlaagd. Winsten in de eerste schijf (tot en met €200.000) worden onderhevig aan een tarief van 19%, tegenover een tarief van 20% in 2018. Voor de tweede schijf (winsten boven €200.000) wordt het tarief 24,3%, terwijl dat nu nog 25% is. Ook in de vennootschapsbelasting zullen de verliesverrekeningsmogelijkheden worden beperkt; de carry forward termijn wordt vanaf volgend jaar beperkt tot zes jaar, in plaats van negen jaar nu. Evenals voor de inkomstenbelasting geldt ook hier: verliezen geleden vóór 2019 behouden de huidige termijn van negen jaar.

Omzetbelasting

Het verlaagde btw-tarief zal in 2019 worden verhoogd van 6% naar 9%. Het verlaagde tarief geldt onder meer voor voedsel, niet-alcoholische dranken en de toegang tot musea en theater- en muziekvoorstellingen. Verder wordt er vanaf 2019 een drempelbedrag ingevoerd voor elektronische dienstverlening met het oog op vereenvoudiging. Nu is het nog zo dat alle ondernemers buitenlandse btw moeten berekenen aan hun particuliere EU-afnemers indien zij elektronische diensten verrichten. Per 1 januari geldt een drempel van €10.000; kleine ondernemers die een omzet van minder dan €10.000 behalen met elektronische dienstverlening, mogen btw van hun eigen vestigingsland in rekening brengen.

Milieubelastingen

In 2019 wordt gasverbruik zwaarder belast en elektriciteitsverbruik minder zwaar belast. Dit in het kader van beperking van de CO2-uitstoot. Deze tariefswijzigingen zullen vooral door huishoudens (kleinverbruik) worden gevoeld en in mindere mate door grootverbruikers, gezien het schijvensysteem waarbij grootverbruikers te maken hebben met aanmerkelijk lagere tarieven dan kleinverbruikers.

Voor een verdere toelichting op de ATAD-richtlijn: https://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/EY-prinsjesdag-2018-onderwerp-nl/$FILE/EY-prinsjesdag-2018-onderwerp-nl.pdf