Het zal niemand in fiscaal Nederland ontgaan zijn. De Belastingdienst draait al een tijdje niet zo lekker. Net voor de feestdagen kon de staatssecretaris vertrekken.(1) Verguisd en vergald, de toeslagentoestanden kostten hem de kop.(2) Een vriendje bij Financiën(3) vertelde me(4) dat de kerstborrel ineens een soort macabere afscheidsborrel werd. Van staatssecretaris naar werkloze, dat is toch heel anders de feestdagen in gaan. Ik zou er niet op zitten te wachten.
Enkele weken geleden mocht ik aantreden voor de Algemene Introductie van ’s lands belangenvereniging voor wetenschappelijk gevormde belastingadviseurs. Uiteraard passeerde de wisselwerking adviseur – inspecteur de revue. Mede belicht door twee, overigens zeer amicale, staatsdienaren. De strekking was helder: in de basis willen we allemaal hetzelfde. Zo min mogelijk toestanden en een zo soepel mogelijke omgang met elkaar. Uiteraard blijft daarin ruimte om met elkaar van mening te verschillen. Dat hoort er zelfs bij, zo zal ik immer vurig betogen.(5)
Ondertussen heb ik ook een interne training gevolgd, which moved the heart of this man.(6) De externe trainer vroeg zich toch af wáárom “jullie belastingadviseurs” altijd zo stijfjes communiceerden met de Belastingdienst. Ze kon zich niet voorstellen dat het bastion van jargon waarachter iedereen zich verschuilt uitnodigt tot een fijne werksfeer. Ik ben het volledig eens met haar.
Afgelopen week was ik mee met een ‘klantgesprek’ tussen onze cliënt en de Belastingdienst. Aan den lijve ondervond ik de spanning van het keurslijf waarin iedereen zich gewurmd had. Ondanks dat ik die uitgangspositie begrijp, lijkt het me niet prettig werken. In al mijn naïviteit(7) zou ik zeggen dat een prettige omgang met elkaar toch zorgt voor een betere samenwerking. Ondanks de alom bekende ‘substance over form’-benadering.
Samen zorgen voor een soepelere instroom van rijksmiddelen op basis van vertrouwen, transparantie, en wederzijds begrip vind ik een prachtig uitgangspunt.(8) In die zin heb ik ook empathie, ontzag bijna, voor de inspecteur. De uitvoerder van het grotere ideaal wat onze gigantische welvaart heeft veroorzaakt.(9) Laten we er zuinig op zijn.
Natuurlijk, een belastingadviseur is voornamelijk een agent voor zijn principaal. Zoals een loods in een vaarwater vol zandbanken. Als hoofddoel om zijn cliënt tevreden te stellen: zonder vast te lopen in veilige haven terechtkomen. In onze contreien betekent dat in klassieke zin het dempen van belastingafdrachten en in idealistische zin het beperken van de compliancekosten.
Maar toch. Wij dienen daarnaast een maatschappelijk doel, net als die metaforische loods in dat vaarwater.(10) Ik hoop dat wij er van onze kant wat aan kunnen doen om die verstandhouding een wat persoonlijkere invulling te geven. Zònder de professionele werkrelatie aan te tasten. Vandaar mijn oproep aan alle (proto-)adviseurs: zij zijn ook gewoon mensen! Vergeet dat niet.
- (1) En wel op woensdag 18 december 2020.
- (2) https://nos.nl/artikel/2315330-technocraat-menno-snel-had-kennis-van-zaken-maar-redde-het-ook-niet.html
- (3) Naam bij redactie bekend.
- (4) Ondanks mijn dienstbetrekking en financiële afhankelijk schrijf ik deze bijdrage op persoonlijke titel.
- (5) De anti-these, pro-these, synthese-theorie van Hegel.
- (6) Mijns inziens de enige juiste invulling van het al te hippe ‘inspirerend’.
- (7) En als ik me niet vergis is menig management- of salesboek het met me eens.
- (8) De welbekende principes onder bijvoorbeeld het Nederlandse coöperatieve complianceprogramma ‘horizontaal toezicht’.
- (9) https://fd.nl/opinie/1335390/wees-zuinig-op-de-democratie-de-bron-van-onze-welvaart
- (10 In het geval van de loods: het vaarwater vrij houden van wrakken. In het geval van de belastingadviseur: het voorkomen van fiscale brokken door at best welwillende amateurs.